Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.11.14, inventarisnummer 761, pagina 170

mijn Ondergeschreeve sonder verder advijs van
UW Ed Owdienaer.
Mijn Heer
/was geteekent / Johan D=o Krant:
de Heer Hend.k Seeman
Amsterdam
/in dorso stond/
gelieff te betaalen aen mijn Huijsvrouw of order
Paramaribo den 28 Feb: 1756 / was get / Casel Mejer /
Accordeert met sijn orgineel
Aen mijn geExhiibeerd en gese
gistreerd deeses 6 Jan: 1755.—
Quod attestor
Berkof
Prov GeswClercq
V
Surinaame den 15 Jan: 1756 — voor /44 Coutt gelt.
ses weeken naer sigt betaald deese mijne derde Wissel
brieff de Eerste en tweede onvoldaen zijnde aen den man,
„haften Capieteijn Carel Mejer of ordre eene Somma van
Veel en Veertigh guldens en stuijvers Cousant gelt
dewaerde alhier genooten van den selven en stell
op rekeningh van mij ondergesch: sonder verder
advis van
UWEEEDWDienaer
/was geteekent / J: A Lossner
Mijn Heeren
De Heeren Sappins en Dibbert
tot
Amsterdam
/ in dorso stond/
Betaelt aen Zijdie Ten kaaten huijsvrouw van
Carel Mejer off order Paramaribo den 28 Feb.: 1756
/was get/ Carel Mezer
Accordeert met Sijn orgineel
Aen mijn geExhiebeerd en
geregistreerd deese 6 Jan: 1757 —
Quod attestor
V
—
BBV
Pprrol geswClercq