Op 31 mei 1730 bekeken zij het schip Van Ceijlon en vonden alles in goede staat. Ze toonden hun volledige tevredenheid en na een korte tijd namen ze beleefd afscheid. Ze vertrokken naar hun logement.
Op donderdagochtend 9 februari hoorden ze bij het aanbreken van de dag het gewone vertrekseín. Ze maakten zich met het hele gezelschap klaar voor de reis. De dissava van Matale deelde kort daarna mee dat ze die ochtend van hier naar Walewagodde en vervolgens naar Ganoere zouden reizen. Pas rond 11 uur vertrokken ze samen onder het afschieten van 12 saluutschoten met de gebruikelijke plechtigheden, behalve de dissava van de 4 Korles die achterbleef om de bagage te versturen. Ze gingen over de zeer moeilijke bergpas van Balne en kwamen ongeveer een uur later bij het graf daar. Op die plaats moesten ze uit hun draagstoel stappen om het te voet door te gaan. Ze kwamen 's middags om 4 uur aan in Walewagodde, waar ze door de koeboeradenige mohandiram werden opgewacht. Ze werden naar het logement geleid en gingen naar binnen onder het afschieten van saluutschoten. De mohandiram maakte hen in het bijzijn van de andere hofgroten bekend dat hij door zijn koninklijke majesteit was gestuurd om hen te ontvangen.


Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 8952, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië, Ceylon, Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur- generaal en raden uit Ceylon, 1730 jan. 23 - sep. 9
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/