De verdachte verklaart dat de aanklager niet dicht genoeg bij was om hem met een stok te kunnen slaan. De verdachte ging via een raam weer naar binnen in het huis. Er wordt beweerd dat niemand de deur voor hem opende toen hij binnenkwam. De verdachte ontkent dat hij een vrouw een klap gaf en haar het huis uit zette. Er wordt gevraagd of de twee soldaten van het gezelschap en andere personen zich nog in het huis bevonden. De verdachte zegt dit niet te weten. Ook wordt hem gevraagd of hij met geweld tegen de deur aanbeukte of de deur had opgetild om iemand te slaan.
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 11016, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN DE KANTOREN IN INDIE BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Stukken van de gouverneur en raden van Kaap de Goede Hoop, Kopie-criminele processtukken van de Raad van Justitie van Kaap de Goede Hoop, 1744
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/