e seeft met behoorlijk respect te kennen den ondergeteekende fiscaal independent hoe seeker mattroos met naame Hendrik koerse, en op 't alhier repatrieerende schip Meerlust beschij„ „den voorleede vrijdag de klocke omtrent half vijf uuren is ge„ koomen aan 't huijs van den ondergeteekende, klagende dat hij door andere mattroosen, die hij egter niet wist te noemen, was geslagen en mishandelt, dog dewijl den onderget: sag, dat dien mattroos beschonken was, en hij daaren booven gereet stond om naar 't Casteel te gaan, soo sijde den onderget:e teegens dien mattroos, dat wel souden doen van eerst stil en gerust te gaan uijtslapen, en dan des anderen daags weeder te koomen, indien wat te klagen hadde, waarop dien mattroos al morzende wegging; gaande den requestrant daarop meede naar 't Casteel; dog dien mattroos sig niet gerust kunnende houden, quam omtrent 't vallen van den avond weeder aan 't huijs van den requestrant begeerende hem req: met veele brutale woorden te spreeken, dog van de jongens tot antwoort krijgende, dat niet 't huijs was, soo sijde bij egter: verdoemde swarte apenhond ik wil de fiscaal spreeken, waarop weeder tot antwoord kreeg, dat niet te huijs was, dog dat hij morgen oghtent moest weeder koomen; op welk gesegde hij toornig wordende, een mijner jongens een slag voor 't hooft gaf, dat ruggelings agter overviel, treckende met eene sijn mes onder 't seggen van verdoemde swarte Canailje praatje meede, dog die jongen sterk om hulp schreeuwende, soo schoot een grooter jongen toe, op den welken dien mattroos meede invloog, geevende aanstonds denselve met 't mes, dat toen per geluk weeder in de scheede was een slag op 't oog; door welk gerugt en 't tieren en vloeken van dien mattroos een andere jongen daarbij quam, vragende aan dien mattroos, waarom hij soo een gewelt aan een ander mans huijs maakte, dat hij morgen, wanneer nugte„ „ren was, weeder moest koomen, gelijk hij gehoort hadde dat den req:t selfs teegens hem gesegt hadde, waarop dien mattroos meede opgemelde jongen loswilde, dog dien jongen gaf tot antwoort, dat indien hij sijn mes weeder trok, en voortvoer om dusdanige brutalitijten te pleegen, dat hij hem met een knuppel (:daar meede gewapent was (:/ tussen hals en nek soude slaan, waarop dien mattroos net veel vloekens en geraas dien jongen uijteijschte, E: Agtb„r Heeren. om No: 2
Quelle Zitat
National Archives / Archiv South Holland, Archivnummer 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), Inventar nummer 11010, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN DE KANTOREN IN INDIE BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Stukken van de gouverneur en raden van Kaap de Goede Hoop, Kopie-criminele processtukken van de Raad van Justitie van Kaap de Goede Hoop, 1733
Klicken Sie auf das Bild, um es zu vergrößern und die Transkription daneben anzuzeigen
Künstliche Intelligenz (KI)
Die Transkription erfolgte computergestützt mittels automatischer Handschrifterkennung.
Die Zusammenfassung wird vom Computer auf Basis eines Sprachmodells erstellt.
Beide Aufgaben der künstlichen Intelligenz sind nicht perfekt, aber oft mehr als ausreichend, damit das historische Dokument verständlich wird.
Finden Sie Ihre Vorfahren und veröffentlichen Sie Ihren Stammbaum auf Genealogie Online über https://www.genealogieonline.nl/de/
Die Transkription des historischen Dokuments erfolgte mittels automatisierter Handschrifterkennung. Auch eine Zusammenfassung in zeitgenössischem Deutsch kann hier automatisch erstellt werden.
Um diese Funktion nutzen zu können, müssen Sie angemeldet sein und ein Abonnement besitzen. Bitte beachten Sie: Ein Abonnement bietet Ihnen keinen Zugriff auf mehr Daten, aber zusätzliche nützliche Optionen!