Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8162, pagina 22

haar consent inden laast voorgaanden
Staat van oorlog, het quartier van
Nimweegen versogt hebben, met den
Raad te willen liquideeren, en vervolgens
op te brengen 't geen deselve, sedert den
jaare 1700, op de fortificatien soude
moogen schuldig zijn; en sulx in effecte
te furneeren 't gunt de Raad, nu soo veel
jaaren, van het voors: quartier heeft
versogt: dat, sedert, ook het selve wel
heeft aangevangen, eenige betaling
te doen, dog alleen van haar contingent
voorden jaare 1721, (waarmeede dan ook
tet een begin gemaakt is van hiet vullen
en applaneeren der wallen van Nimmee„
,gen) en voorts ook wel belooft heeft,
te betalen het jaar, waarinne het be„
„kende verschil tusschen het quartier
van Nimweegen, ter eenre, en die van
Veluwe, en Zutphen, ter andere zijde,
over de subdivisie van haare provintiale
quote, is getermineert; en sulx ook het
jaar 1720. Dog naardien de quote van
het quartier van Nimmeegen, alleen voor
twee jaaren, inde post vande fortificatien
binnen de provintien, mitsgaders inde
in ged, die vande fortificatien buisten
de provintien, buiten affectatie zijn.
gebleeven, niet verr kan toereiken, en
niet geproportioneert is met het gunt
tot Nimmeegen is te repareeren, om die
Stadt maar eenigsins in Staat van te„
,genweer te stellen, wil de Raad verho„
„pen, en vertrouwen, dat haar bijgebragte
redenen, en motiven, het meergem:
quartier eindeling sullen beweegen,
om ook de verdere te rug staande jaaren,
tot het jaar 1700 toe, op te brengen: waar
toe U ho:Mo: intercessie, soo wel als die
vande heeren Staaten van Gelderland,
mits deese nogmaalo, word versogt.
10.