Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8162, pagina 21

heeft: Want hoewel deselve wel
heeft een soort van barriere inde oosten„
rijksche Nederlanden, van genoegsaam
het einde van Vlaanderen, aff, tot aan„
en op de Maze, welke barriere evenwel,
bij opkomende nieuwe troubles, die god
verhoede, met een superieure magt
niet difficilijk soude konnen worden
gepasseert, en doorgedrongen tot aan
de oude frontieren vanden Staat: en
hoewel aande oostzijde vande Maze„
daar geen barriere is, U ho:Mo: met
haare nabuuren aldaar, jegenwoordig
sijn in goed verstant, nogtans onseeker
is, wat verandering daar in, bij ver„
„volg van tijt, soude konnen vallen, en
mitsdien is vande voorsigtigheid, het
alleen niet te laaten aankoomen, 't zij
op een stuks gewijze barriere, 't zij op
een praesent, dog veelligt passager goed
verstant met nabuuren, maar dat
ook de oude frontieren moogen worden
in Staat gestelt en gehouden tegens op„
„komende swarigheid, en om een vijant
den toegang tot int hert vant Land te
hinderen.
Nopende de binnenlandsche fortificatien,
en speciaal de reparatie, en het onderloud
van die van Nimweegen, is sedert den
jaare 1714, vrij wat geschil geweest
met dat quartier, over het geen bij het
selve, ten voorsz: einde soude behooren
te worden gefurneert en opgebragt,
soo als bij des Raads twee voorgaande
generale petitien, mitsgaders bij hare
missive aande provintie van gelderland,
vanden 14 October 1719, circumstantieelijk
is vertoont, en wel eindelijk met dat
succes, dat hooggem: provintie, immens
twee vande drie leeden vandien, bij