Transcripties » Recent gemaakte samenvattingen van historische documenten

Gebruikers van Open Archieven kunnen van de via handschriftherkenning tot stand gekomen transcripties een samenvatting laten maken.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt. In de transcripties zijn namen groen onderstreept en klikbaar (om de persoonsvermeldingen op Open Archieven op de betreffende naam te doorzoeken), de herkende datums hebben een licht grijze achtergrond en herkende plaatsnamen hebben een licht paarse achtergrond.


Op 18 augustus 1891 volgde er een bericht over een onderwijssollicitatie. De inspecteur van het Lager Onderwijs in de tweede inspectie moest de sollicitatiestukken van onderwijzer J. Koornneef controleren. Deze stukken waren op 6 augustus 1891 ontvangen en moesten worden doorgestuurd naar de Minister van Koloniën. Het antwoord werd op 21 augustus 1891 vanuit Delft verzonden.

Bekijk transcriptie 


Op 6 juni 1656 in Smirne vraagt men aan Samuel Gillis in Amsterdam om 45 gulden en 11 stuivers te betalen aan Dirck de Roij. De wisselbrief is ondertekend door Stephand de Lepierre en Gio Rokeart. Op 31 augustus 1658 gaat notaris Adriaen Lock samen met Dirck de Roij naar Samuel Gillis toe. Ze vragen waar zijn broer Paulo Gillis woont. Samuel antwoordt dat zijn broer in Den Haag woont en weigert het protest voor zijn broer aan te nemen. De notaris protesteert hiertegen. Een tweede wisselbrief van juni 1648 uit Smirne, ondertekend door Stephand de Lespierre en Gio Boucart, vraagt aan Paulo Gillis in Amsterdam om 705 gulden, 8 stuivers en 8 penningen te betalen aan Dirck de Roij.

Bekijk transcriptie 


Op 21 maart 1626 verschenen voor notaris Jacob Jacobs:

Ze verklaarden dat ze gaan trouwen onder de volgende voorwaarden:

  1. Beide partijen zijn tevreden met de bezittingen die ieder inbrengt volgens de ondertekende inventarislijsten
  2. Van de uitstaande schulden die worden ingebracht moet nauwkeurig boekhouding worden bijgehouden
  3. Slechte schulden worden gedragen door degene die ze heeft ingebracht
  4. Er is geen gemeenschap van goederen
  5. Na overlijden van één van beiden krijgt de overlevende partner de helft van de winst of het verlies dat tijdens het huwelijk is ontstaan
  6. De langstlevende krijgt een deel van de erfenis als weduwegeld
Bekijk transcriptie 


Op 14 dagen in 1677 verscheen voor notaris Nicolaes Jacobs de eerbare Maria Tibrigien Tibingin, weduwe van Gaspar de Formestraux. Ze gaf een volmacht aan Samuel de Lespierre om namens haar:

Bekijk transcriptie 


Op 13 november 1634 verscheen voor notaris Nicolaes Jacobs de eerzame Even de Lespierre uit Kampen, die toen in de stad was. Hij verklaarde dat hij volledig betaald was door Jan Hagens, burger van Amsterdam, voor een waterschip met alle toebehoren. Hij beloofde dat hij dit waterschip met alles erop en eraan zou vrijwaren in:

Dit volgens het zeerecht. Hij stelde hiervoor zijn persoon en bezittingen als onderpand. Dit gebeurde in Amsterdam in aanwezigheid van getuigen Pieter de Bari en Johan. Er was een bewijs dat de verkoopbelasting was betaald.

Bekijk transcriptie 


Op 22 augustus 1633 verscheen voor notaris Jacob Jacobs in Amsterdam de koopman Pieter Seullyn. Hij had een volmacht van weduwe Panneken van wijlen Jan de Lespierre (die koopman was in Frankfurt am Main) en van Samuel de Lespierre, koopman in Keulen. Deze volmacht was op 1 augustus 1633 opgesteld door notaris Georgius Corninius in Frankfurt. Pieter Seullyn stelde De Lespierre aan als zijn vervanger om namens hem op te treden tegen Jan de Grande, een koopman uit Rotterdam. Het ging om de teruggave of betaling van 22 halve stukken sargie (een soort wollen stof) uit Engeland. Deze waren door Isaac le Gaij namens zijn broer naar De Grande gestuurd in twee vaten met nummers 3 en 4. De admiraliteit in Rotterdam had deze in beslag genomen omdat De Grande ze niet correct had aangegeven. De zaak moest:

Als getuigen waren aanwezig Jack Emmerlz en Cassar van Couhale.

Bekijk transcriptie 


De volgende zaken moesten geschat worden in de nalatenschap van Hermann van Boles:

De taxaties werden goedgekeurd door de rechter van Schiedam op 26 juni 1837 en de rechter van Heinkenszand op 11 juli 1837. Het taxatierapport werd op 18 september 1837 opgesteld en geregistreerd in Goes op 21 december 1837.

Bekijk transcriptie 


Bij de notaris Hendrik Hillem Marle in het district Deventer vond een veiling plaats. De kopers en hun aankopen waren:

Als borgen worden genoemd Aalt Wolters uit Schryvlo en Roelof Kroekf.

Bekijk transcriptie 


In 1766 vertrokken verschillende schepen met bemanningen en passagiers:

Bekijk transcriptie 


Op een niet genoemde datum verscheen voor notaris Jan Schouten in Haarlem mejuffrouw Maria Stappers, een ongetrouwde volwassen vrouw. Ze woonde in Haarlem aan de Kleine Houtweg, in het huis met nummer 69 van Jan Moonen Henriste.

Ze gaf een speciale volmacht aan advocaat Moyen uit Maastricht. Hij kreeg de opdracht om namens haar op te treden tegen François Servaes uit Maastricht. Het ging om het innen van:

De advocaat kreeg toestemming om:

Bekijk transcriptie 


In de rechtmatige erfenis verklaart de persoon:
Bekijk transcriptie 


Op 19 juni 1919 verschenen voor plaatsvervangend notaris Henri Albert Buisman in Santpoort, gemeente Velsen:

Coret verklaarde 7000 gulden te hebben geleend van de Intercommunale Hypotheekbank te Amsterdam.

Bekijk transcriptie 


De Raad-Pensionaris van de Spiegel heeft tijdens een vergadering van de koloniale bestuurders op 3 januari 1792 een geheime notitie overhandigd namens Zijne Hoogheid. Deze notitie ging over het rapport van de commissarissen betreffende de koloniën Essequebo en Demerary. Zijne Hoogheid vond het niet verstandig om deze geheime notitie samen met het rapport aan de Staten-Generaal te sturen vanwege de vertrouwelijke inhoud. Na overleg werd besloten dat de geheime notitie bewaard zou worden.

Bij deze vergadering waren aanwezig:

Bekijk transcriptie 


Voor notaris Andries Joseph van der March in Grave verscheen George Geistman, rentenier uit Grave. Hij handelde voor zichzelf en als gemachtigde voor zijn broer en zussen:

De volmacht was getekend in Cuyk op 21 april 1825 en geregistreerd in Grave op 26 april 1825. De broer en zussen waren erfgenamen van hun overleden ouders Hendrik Geistman en Johanna Schram.

Ze verkochten een huis met erf in de Scherenstraat wijk A nummer 66 in Grave aan Petrus van den Heuvel, kantfabrikant, en zijn vrouw Cornelia Francisca Bertram. De nieuwe eigenaren konden het huis vanaf 1 mei betrekken.

Bekijk transcriptie 


Op 20 november 1727 is er in Siam goud aangevoerd van 25 ticals per stuk. De bestuurders Tjeduck en Tongsen hebben dit goud direct getaxeerd op 10 peso's per tical en aan de koning gegeven. Dit goud werd gebruikt om te mengen met het lokale Siamese goud van lagere kwaliteit. Het doel was om goud te maken met een zuiverheid van 21 karaat of pagodengoud.

Als men het lage Siamese goud alleen door verhitting zou zuiveren tot 21 karaat, zou dit minstens 10% verlies opleveren. De Siamese goudhandelaren mengden het hooglandse goud met medicijnen en koper tijdens het smelten. Dit gaf het goud tijdelijk een hogere kwaliteit, maar na één of twee keer smelten bleef er slechts laag goud over ter waarde van 6 peso's per tical.

De goudinkoop in Siam bedroeg gewoonlijk 25 catties laag Siamees goud. Daarnaast werd er 15 tot 20 catties hoogwaardig goud aangevoerd uit:

Bekijk transcriptie 


Op 13 maart 1665 heeft Jan Arienssz vander Burch, inwoner van Schiedam, voor notaris Dirck vander Mast een machtiging gegeven aan notaris Joris de Roij uit Dordrecht. Deze machtiging betreft het innen van een erfenis en rente die voortkomen uit een testament van 28 november 1664. Het testament was opgesteld door Grietgen Pietersz, weduwe van Matheus Ariensz Klandt. Ze is overleden in januari 1665.

De erfenis bestaat onder andere uit:

Joris de Roij krijgt de bevoegdheid om:

De akte is ondertekend in Schiedam in aanwezigheid van getuigen, waaronder Frens Jans.

Bekijk transcriptie 


Wrijn Laven vertrok in 1750 als sergeant op het schip Osdorp vanuit Enkhuizen naar Nederlands-Indië. Hij overleed op 25 september 1761 in Lampono Siam, nadat hij een testament had opgesteld.

Zijn zoon Coenraad Laven vertrok in 1768 als matroos op het schip de Snoek vanuit Zeeland naar Nederlands-Indië. Hij overleed op 5 maart 1773 op Timor, ook na het opstellen van een testament.

Axie Laven uit Rotterdam verzocht informatie over deze erfenissen. Volgens hem was zijn oudoom Wrijn Laven koopman en resident geweest in Lampoug, Poulang Bouang voor de Oost-Indische Compagnie. Wrijn had op 13 mei 1756 zijn zoon Coenraad als enige erfgenaam benoemd. Coenraad werkte in 1769 als schrijver in Palembang en overleed ongehuwd.

In 1836 had Pieter Leendert Laven uit Middelburg al een kopie van Wrijn's testament ontvangen, maar Coenraad's testament was niet gevonden. De familie vroeg om verder onderzoek in Nederlands-Indië.

Bekijk transcriptie 


De minister van Koloniën schrijft op 18 juni 1816 vanuit 's-Gravenhage een brief over een verzoek van Arce Laven uit Rotterdam. Deze persoon had het ministerie gevraagd om onderzoek te doen naar de nalatenschap van Rijn of Quirijn Laven. De minister verwijst naar eerdere documenten van:

Bekijk transcriptie 


Op 19 oktober 1519 verzochten Cornelis van Dam en Everdina Josepha Leydel, een getrouwd stel uit Samarang, om wettige erkenning van een kind genaamd Cornelia. Dit kind was geboren voordat Cornelis van Dam trouwde en had als moeder de vrije inlandse vrouw Suiia. Al eerder, in mei 1515, had Cornelis van Dam hetzelfde verzoek ingediend. Hierop was nog geen beslissing genomen omdat er problemen waren met een notariële akte die niet paste bij de gemeenschap van goederen waarin het echtpaar was getrouwd. Deze akte werd op 22 september officieel ingetrokken. Door deze intrekking hoopte het echtpaar dat er geen bezwaren meer zouden zijn tegen hun verzoek. De Hoge Raad van Justitie had op 17 juni 1515 het eerdere verzoek afgewezen. Nu de bezwaren waren weggenomen, werd op 14 oktober het verzoek goedgekeurd. Het kind Cornelia werd officieel erkend als wettig kind.

Bekijk transcriptie 


Dit zijn 6 geboorteaktes uit Amsterdam van 7 maart 1888. De volgende kinderen werden geboren:

Bekijk transcriptie 


Dit zijn overlijdensaktes van Amsterdam uit 3 augustus 1933. De volgende personen zijn overleden:

Bekijk transcriptie 


Op 7 oktober 1899 werden in Amsterdam 6 kinderen geboren:

Bij alle aangiftes waren Hendrik van Beek (30) uit Ouderamstel en Pieter van Dongen (38) uit Amsterdam als ambtenaren getuige.

Bekijk transcriptie 


Op 10 maart 1926 trouwden in Amsterdam:

Als getuigen waren aanwezig de broers van de bruid: Izak Leek (52) en Jozef Leek (44).

Ook trouwden die dag:

De bruidegom erkende met toestemming van de bruid hun kind Hiltje Robijn, geboren op 17 februari 1926 in Amsterdam. Als getuigen waren aanwezig Hendrik Jan te Ielle en Henricus Josephus Aloysius Meiners, beiden 34 jaar.

Dit huwelijk werd later ontbonden door echtscheiding, uitgesproken op 18 april 1946 door de rechtbank in Amsterdam.

Bekijk transcriptie 


Dit zijn 2 huwelijksaktes uit Amsterdam:

1. Op 22 november 1928 trouwden Arie Kalff (25 jaar, kantoorbediende) en Johanna Antonia Meij (25 jaar). De ouders van de bruidegom waren Paulus Kalff (53 jaar, winkelier) en Jannetje van Nieuwenhuizen (53 jaar). De ouders van de bruid waren George Frederik Johan Meij (handelaar) en de overleden Helena Elisabeth Oorbals. Getuigen waren Jan Jacob Pieter Kallewasse (24 jaar, kantoorbediende) en Jan Paulus Kalff (22 jaar, kantoorbediende).

2. Op 28 november 1928 trouwden Bart van der Meer (27 jaar, colporteur, geboren in Leeuwarden) en Gerarda Maria van Zijl (17 jaar). De ouders van de bruidegom waren Romke van der Meer (56 jaar, venter) en Hiltje van der Wal (61 jaar). De ouders van de bruid waren Johannes van Zijl (56 jaar, schuitenvoerder) en Petronella Blijleven (46 jaar). Getuigen waren Pieter Korf (79 jaar, werkman) en Hermanus Bagmeijer (55 jaar, werkman). De moeder van de bruidegom kon niet schrijven.

Bekijk transcriptie 


De aangever vertelt dat hij aan een man vroeg wat er aan de hand was. Die man antwoordde dat zijn vrouw de aangever op woensdag door een kapot raam in de kamer had gezien. De man voegde toe dat zijn vrouw zich beter had kunnen bevuilen dan door zijn raam te gluren. Fix vroeg de aangever om zijn stropdas om te doen. Nadat dit gebeurd was, ging Fix met de aangever naar beneden in het woonhuis en vertrok daarna met de ordonnantiepachter naar Stellenbosch. Tot slot verklaart de aangever dat Tip ongeveer 6 weken geleden tegen hem had gezegd dat de schoonvader van de aangever de wijn had opgedronken. Deze wijn was bedoeld voor Fix wanneer de aangever en zijn vrouw uit rijden gingen. Daarom gaf de aangever de wijn later rechtstreeks aan Fix. De verklaring is afgelegd in het Kasteel de Goede Hoop in aanwezigheid van klerken Johann Adolph Kuurl en Nicolaas Cruijwagen als getuigen. De verklaring is ondertekend door de aangever en secretaris C.L. Neethling.

Bekijk transcriptie 



Volgende pagina

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/