Gebruikers van Open Archieven kunnen van de via handschriftherkenning tot stand gekomen transcripties een samenvatting laten maken.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt. In de transcripties zijn namen groen onderstreept en klikbaar (om de persoonsvermeldingen op Open Archieven op de betreffende naam te doorzoeken), de herkende datums hebben een licht grijze achtergrond en herkende plaatsnamen hebben een licht paarse achtergrond.
In de periode tussen 8 december 1713 en 21 november werden er verschillende juridische handelingen uitgevoerd met betrekking tot:
Het totaalbedrag van alle handelingen kwam uit op 455 gulden en 16 cent.
Een vertaald document van de Koninklijke Verordening over de productie van zijden stoffen, wollen stoffen en andere goederen werd aan de vergadering voorgelegd. Dit was eerder besproken op 20 april. P. Gutgers had hierover een verklaring afgelegd. Er werd besloten dat:
Als een arts een patiënt laat sterven door onkunde, moet er een straf worden bepaald. Volgens de wet moet de arts gestraft worden voor zijn onkundigheid. Als een medicijn dat bedoeld was voor genezing of als remedie de dood van een persoon veroorzaakt, zijn er 2 mogelijke straffen:
De arts kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor een natuurlijke dood, maar wel voor fouten door onkunde. Het menselijke gebrek aan kennis dat leidt tot gevaar voor anderen mag niet onbestraft blijven. Een onkundige arts die door onwetendheid schadelijke medicijnen voorschrijft aan een zieke moet worden gestraft.
De supplianten (verzoekenden) vroegen aan Hare Hoogmogenden om toestemming voor een benoeming bij het vrijgekomen ambt van deurwachter. Na overleg werd besloten dat dit verzoek zou worden doorgestuurd naar de Raad van Vlaanderen. Die moest hier zo snel mogelijk advies over uitbrengen aan Hare Hoogmogenden.
Een aantal gebeurtenissen op 15 november 1945 in Zaandam en omgeving:
Op 15 juni 1898 verschenen voor notaris Martinus Nicolaas Beets in Haarlem de volgende personen:
Op 18 oktober 1911 verschijnen meerdere mensen voor notaris Johan Koolhoven in Haarlem. Het gaat om:
Zij machtigen Antonie Hermann, notarisklerk uit Halfweg, om namens hen te verkopen:
Later op 20 oktober 1911 verschijnt Bernardus Martinus Serné, kandidaat-notaris uit Haarlem, namens Louis Francois Vethuysen, winkelbediende uit Leiden. Hij geeft toestemming voor het doorhalen van een hypotheek die op 24 oktober 1906 was ingeschreven.
Op 28 april 1887 vonden er twee huwelijken plaats in het gemeentehuis van Amsterdam:
Eerste huwelijk tussen:
Getuigen waren:
Tweede huwelijk tussen:
Getuigen waren:
Op 14 augustus 1956 is in Amsterdam een echtscheiding ingeschreven die was uitgesproken door de rechtbank op 28 juni 1956.
Op 18 april 1934 werden in Amsterdam vier huwelijken gesloten:
In de afdeling Bandung bleef de veeziekte het heftigst in de districten:
De ziekte werd minder erg in Tjippo, Tjisondari en Tjilokolot. In Rongga vielen geen slachtoffers. In het voorheen ziektevrije district Oedjoengbroengkoelon waren er na 3 weken weer 3 nieuwe ziektegevallen.
In de hele afdeling werden 702 dieren afgemaakt:
Hoewel de ziekte veel slachtoffers eiste, bleef deze binnen de omheinde gebieden.
In Buitenzorg waren vanaf 13-29 juli zieke en verdachte karbouwen gevonden in de dorpen Tjitjanteng, Tjiteko en Mandjaja.
Dit rapport is ondertekend door de Directeur van Onderwijs, Eredienst en Nijverheid Stortenbeker en de Gouvernementssecretaris Van Pol.
Mathilde Kerkhoven werd op 18 juni 1851 door de rechtbank in Deventer onder curatele gesteld. Op 25 juli 1895 werd haar curator Willem Octavius Kerkhoven uit Lochem op eigen verzoek ontslagen. Op 22 augustus 1895 werd Doctor Bosscha benoemd als nieuwe curator en Johannes Cornelis van Scherbeek als toeziend curator.
Mathilde Kerkhoven overleed op 5 maart 1898 in het Gesticht Heerenberg in de gemeente Bloemendaal. Ze was ongehuwd en had geen testament nagelaten.
Haar vader Johannes Kerkhoven was twee keer getrouwd geweest:
De erfenis werd verdeeld onder:
Op 13 maart 1717 verscheen voor de klerk van de kolonie Suriname, Daniel godlob Schlick, in aanwezigheid van getuigen: Cornelis Bertholffr, oud raadslid van het gerechtshof. Hij was lichamelijk zwak en blind door zijn hoge leeftijd, maar nog helder van geest. Hij kon dus nog een testament maken.
Hij bevestigde zijn eerdere testament van 27 september 1769, maar wilde er wel wat in veranderen. Hij deed dit uit vrije wil, zonder dat iemand hem dwong. Hij herriep zijn eerder genoemde erfgenamen en benoemde nieuwe:
Getuigen waren Jacob van Cloveren en Hermeniss Willem Kerkhoven.
Een groep erfgenamen wordt genoemd in een juridisch document. Het betreft zusters, neven en nichten van een niet bij naam genoemde erflater. De volgende personen worden genoemd:
Verschillende volmachten worden genoemd, waaronder die van 28 mei 1892, 13 mei 1891, 4 juni 1898 en 15 augustus 1893.
Er worden 4 stukken grond beschreven die in bezit waren van leden van de familie Kerkhoven:
Dit is een lijst van erfgenamen en hun erfdelen uit een nalatenschap. De overledene kwam uit een gezin waarbij haar vader Johannes Kerkhoven twee keer getrouwd was. Uit het eerste huwelijk was Pieter Kerkhoven geboren. Uit het tweede huwelijk, waaruit de overledene zelf ook kwam, waren nog 5 kinderen in leven en waren er 5 kinderen al overleden.
De erfgenamen uit het tweede huwelijk zijn:
Van het eerste huwelijk zijn er nog twee kleinkinderen van Pieter Kerkhoven via zijn dochter Jenny Kerkhoven die getrouwd was met Gerhard van Olden.
De zes kinderen van wijlen Anna Elisabeth Menkema en wijlen Pieter Kerkhoven waren:
Anna Elisabeth Menkema, weduwe van Pieter Kerkhoven, had volgens haar testament van 9 juli 1800 dat werd opgesteld bij notaris Engelbertus Marinus Dorper in Amsterdam, bezittingen in Suriname. Via een eigendomsoverdracht van 24 april 1806 in Suriname, genoemd in een volmacht van 24 juni 1812 bij notaris Salomon Dorper, kreeg Frans Lourens Woldorff Jorchimsz een vijfde deel van de plantage Adrichem in eigendom.
Ook wordt genoemd Catharina Margaretha Smit, die weduwe was van Jan Willem Kerkhoven.
Op 26 mei 1747 verschenen voor notaris Hermanus van Heel in Amsterdam:
Ze verklaarden dat ze van Jan Jacob Lindeman, uitvoerder van het testament van Jonas Suit, elk 50 gulden hadden ontvangen (in totaal 150 gulden). Dit was de uitbetaling van een erfenis die Jonas Suit had vastgelegd in zijn testament van 20 augustus 1737. Het testament was opgesteld door notaris Arnoud Roermonde in Amsterdam. Oorspronkelijk was de erfenis 300 gulden voor de drie kinderen van Pieter Kerkhoven, maar Jonas Smit had dit later verlaagd naar 150 gulden in een aparte notitie bij het testament.
Anthonij Schilt, Willem Kerkhoven en Maria Kerkhoven hebben elk 589 gulden en 10 stuivers ontvangen. Anthonij Schilt heeft hiervan 2 obligaties gekocht van bijna 1000 gulden en het resterende geld aan Willem Kerkhoven en Maria Kerkhoven gegeven. Anthonij Schilt betaalde ook jaarlijks rente aan hun moeder Maria Rausouw, weduwe van Jan Kerkhoven, volgens het besluit van de schepenen van Amsterdam van 10 oktober 1755. De 2 obligaties waren:
Pieter Jacobus Kerkhoven, een koopman wonend in Amsterdam aan de Keizersgracht bij de Wolvenstraat, en Theodorus Johannes Kerkhoven maken een akte op. Hierbij is ook Esther Petronella Muntendam betrokken, weduwe van Dirk Nicolaas Kerkhoven. Zij is volgens een testament van 11 april 1817 samen met haar drie kinderen erfgenaam. Het testament is opgesteld bij notaris Johannes Commelin.
De drie minderjarige kinderen zijn:
Theodorus Johannes Kerkhoven is benoemd als voogd op 16 november 1819. Esther Petronella Muntendam woont aan de Overtoomseweg. Jan Willem Kerkhoven, makelaar, woont aan de Leidschegracht bij de Keizersgracht.
Op 22 mei 1819 hebben ze een volmacht gegeven aan S.M. Klein en A.G. Wettig. Als vervangers zijn aangewezen Gerard Weldeboer, N.G. de Mar van Zuijlen, J. Planteau junior en I. Bonte, allen wonend in Suriname. Na het overlijden van Gerard Weldeboer is op 9 september 1819 Zuerijn George Pichot uit Suriname als vervanger aangesteld.
Op 26 mei 1747 verschenen voor notaris Hermanus van Heel in Amsterdam de volgende personen:
Deze drie kinderen van Pieter Kerkhoven verklaarden dat ze van Jan Jacob Lindeman, uitvoerder van het testament van Jonas Smit, ieder 50 gulden hadden ontvangen, samen 150 gulden. Dit was de uitbetaling van een erfenis die Jonas Smit in zijn testament van 20 augustus 1737 had vastgelegd. Het oorspronkelijke bedrag van 300 gulden was later door Smit verlaagd naar 150 gulden in een apart document bij het testament.
Op 24 december 1816 verschenen bij notaris Johannes Commelin in Amsterdam verschillende personen uit de familie Kerkhoven:
Deze 6 personen waren de enige kinderen van Anna Elisabeth Menkema en Pieter Kerkhoven. Ze werden erfgenamen van:
Dit notariële document uit 1898 bevat een lijst van personen die betrokken zijn bij een volmacht:
Op 21 oktober 1897 kwam Rudolph Eduard Rerkhoven, een erfpachter uit Gamboeng bij Bandoeng in de Preanger Regentschappen op Java, bij notaris Jan Evenblij in Amsterdam. Hij gaf een volmacht aan Dr. Jan Bosscha, secretaris van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen uit Haarlem, en aan Mr. Frans Adriaan Jas, hoofdambtenaar bij de Nederlandsche Bank uit Bussum. Deze volmacht gaf hen het recht om:
Op 12 juni 1744 verschenen voor notaris Daniel van den Brink in Amsterdam twee mensen:
Ze woonden in de Hazenstraat in Amsterdam. Ze waren gezond van lichaam en geest. Ze wilden hun testament opmaken omdat ze wisten dat de dood onvermijdelijk was.
Als Johanna als eerste zou sterven zonder kinderen na te laten, dan gaan haar kleren en sieraden naar:
Als er wel kinderen zijn als een van hen sterft, dan moet de langstlevende partner:
Ze verklaarden alle eerdere testamenten en huwelijkse voorwaarden ongeldig. Ze benoemden elkaar tot enige erfgenaam van al hun bezittingen, geld en rechten.
Op 15 mei 1688 vertrok iemand vanuit Cormandel. Hij nam Visiapoer in en veroverde ook Golkonda, waar hij de koningen gevangen nam. Alemgier was een machtige monarch waar niemand tegen kon vechten. Er waren 10.000 paarden en veel soldaten beschikbaar. Men mocht nog meer soldaten aannemen om het gebied tot aan de rivier Kistnae te bezetten. De inkomsten van de landerijen en de schatten uit het kasteel Aarne mochten hiervoor gebruikt worden. Op 9 december ontving Argieragie in Tiroenemalla deze brief. Hij besprak met Santogie Ragie dat ze naar Cantje konden trekken om land ter waarde van 10 lak te bezetten. Santogie Ragie vond het geen goed idee om de kastelen te verlaten. Ze besloten samen om Wittalla Ballaran met 2.000 paarden en 3.000 soldaten naar kasteel Arkadi te sturen. Na de verovering stuurde Argie Ragie 200 paarden en 2.000 Mawaliet-soldaten om het kasteel te bewaken. Ballarai werd daarna opgedragen om deze gebieden in te nemen:
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/