Transcripties » Recent gemaakte samenvattingen van historische documenten

Gebruikers van Open Archieven kunnen van de via handschriftherkenning tot stand gekomen transcripties een samenvatting laten maken.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt. In de transcripties zijn namen groen onderstreept en klikbaar (om de persoonsvermeldingen op Open Archieven op de betreffende naam te doorzoeken), de herkende datums hebben een licht grijze achtergrond en herkende plaatsnamen hebben een licht paarse achtergrond.


De volgende zaken moesten geschat worden in de nalatenschap van Hermann van Boles:

De taxaties werden goedgekeurd door de rechter van Schiedam op 26 juni 1837 en de rechter van Heinkenszand op 11 juli 1837. Het taxatierapport werd op 18 september 1837 opgesteld en geregistreerd in Goes op 21 december 1837.

Bekijk transcriptie 


Bij de notaris Hendrik Hillem Marle in het district Deventer vond een veiling plaats. De kopers en hun aankopen waren:

Als borgen worden genoemd Aalt Wolters uit Schryvlo en Roelof Kroekf.

Bekijk transcriptie 


In 1766 vertrokken verschillende schepen met bemanningen en passagiers:

Bekijk transcriptie 


Op een niet genoemde datum verscheen voor notaris Jan Schouten in Haarlem mejuffrouw Maria Stappers, een ongetrouwde volwassen vrouw. Ze woonde in Haarlem aan de Kleine Houtweg, in het huis met nummer 69 van Jan Moonen Henriste.

Ze gaf een speciale volmacht aan advocaat Moyen uit Maastricht. Hij kreeg de opdracht om namens haar op te treden tegen François Servaes uit Maastricht. Het ging om het innen van:

De advocaat kreeg toestemming om:

Bekijk transcriptie 


In de rechtmatige erfenis verklaart de persoon:
Bekijk transcriptie 


Op 19 juni 1919 verschenen voor plaatsvervangend notaris Henri Albert Buisman in Santpoort, gemeente Velsen:

Coret verklaarde 7000 gulden te hebben geleend van de Intercommunale Hypotheekbank te Amsterdam.

Bekijk transcriptie 


De Raad-Pensionaris van de Spiegel heeft tijdens een vergadering van de koloniale bestuurders op 3 januari 1792 een geheime notitie overhandigd namens Zijne Hoogheid. Deze notitie ging over het rapport van de commissarissen betreffende de koloniën Essequebo en Demerary. Zijne Hoogheid vond het niet verstandig om deze geheime notitie samen met het rapport aan de Staten-Generaal te sturen vanwege de vertrouwelijke inhoud. Na overleg werd besloten dat de geheime notitie bewaard zou worden.

Bij deze vergadering waren aanwezig:

Bekijk transcriptie 


Voor notaris Andries Joseph van der March in Grave verscheen George Geistman, rentenier uit Grave. Hij handelde voor zichzelf en als gemachtigde voor zijn broer en zussen:

De volmacht was getekend in Cuyk op 21 april 1825 en geregistreerd in Grave op 26 april 1825. De broer en zussen waren erfgenamen van hun overleden ouders Hendrik Geistman en Johanna Schram.

Ze verkochten een huis met erf in de Scherenstraat wijk A nummer 66 in Grave aan Petrus van den Heuvel, kantfabrikant, en zijn vrouw Cornelia Francisca Bertram. De nieuwe eigenaren konden het huis vanaf 1 mei betrekken.

Bekijk transcriptie 


Op 20 november 1727 is er in Siam goud aangevoerd van 25 ticals per stuk. De bestuurders Tjeduck en Tongsen hebben dit goud direct getaxeerd op 10 peso's per tical en aan de koning gegeven. Dit goud werd gebruikt om te mengen met het lokale Siamese goud van lagere kwaliteit. Het doel was om goud te maken met een zuiverheid van 21 karaat of pagodengoud.

Als men het lage Siamese goud alleen door verhitting zou zuiveren tot 21 karaat, zou dit minstens 10% verlies opleveren. De Siamese goudhandelaren mengden het hooglandse goud met medicijnen en koper tijdens het smelten. Dit gaf het goud tijdelijk een hogere kwaliteit, maar na één of twee keer smelten bleef er slechts laag goud over ter waarde van 6 peso's per tical.

De goudinkoop in Siam bedroeg gewoonlijk 25 catties laag Siamees goud. Daarnaast werd er 15 tot 20 catties hoogwaardig goud aangevoerd uit:

Bekijk transcriptie 


Op 13 maart 1665 heeft Jan Arienssz vander Burch, inwoner van Schiedam, voor notaris Dirck vander Mast een machtiging gegeven aan notaris Joris de Roij uit Dordrecht. Deze machtiging betreft het innen van een erfenis en rente die voortkomen uit een testament van 28 november 1664. Het testament was opgesteld door Grietgen Pietersz, weduwe van Matheus Ariensz Klandt. Ze is overleden in januari 1665.

De erfenis bestaat onder andere uit:

Joris de Roij krijgt de bevoegdheid om:

De akte is ondertekend in Schiedam in aanwezigheid van getuigen, waaronder Frens Jans.

Bekijk transcriptie 


Wrijn Laven vertrok in 1750 als sergeant op het schip Osdorp vanuit Enkhuizen naar Nederlands-Indië. Hij overleed op 25 september 1761 in Lampono Siam, nadat hij een testament had opgesteld.

Zijn zoon Coenraad Laven vertrok in 1768 als matroos op het schip de Snoek vanuit Zeeland naar Nederlands-Indië. Hij overleed op 5 maart 1773 op Timor, ook na het opstellen van een testament.

Axie Laven uit Rotterdam verzocht informatie over deze erfenissen. Volgens hem was zijn oudoom Wrijn Laven koopman en resident geweest in Lampoug, Poulang Bouang voor de Oost-Indische Compagnie. Wrijn had op 13 mei 1756 zijn zoon Coenraad als enige erfgenaam benoemd. Coenraad werkte in 1769 als schrijver in Palembang en overleed ongehuwd.

In 1836 had Pieter Leendert Laven uit Middelburg al een kopie van Wrijn's testament ontvangen, maar Coenraad's testament was niet gevonden. De familie vroeg om verder onderzoek in Nederlands-Indië.

Bekijk transcriptie 


De minister van Koloniën schrijft op 18 juni 1816 vanuit 's-Gravenhage een brief over een verzoek van Arce Laven uit Rotterdam. Deze persoon had het ministerie gevraagd om onderzoek te doen naar de nalatenschap van Rijn of Quirijn Laven. De minister verwijst naar eerdere documenten van:

Bekijk transcriptie 


Op 19 oktober 1519 verzochten Cornelis van Dam en Everdina Josepha Leydel, een getrouwd stel uit Samarang, om wettige erkenning van een kind genaamd Cornelia. Dit kind was geboren voordat Cornelis van Dam trouwde en had als moeder de vrije inlandse vrouw Suiia. Al eerder, in mei 1515, had Cornelis van Dam hetzelfde verzoek ingediend. Hierop was nog geen beslissing genomen omdat er problemen waren met een notariële akte die niet paste bij de gemeenschap van goederen waarin het echtpaar was getrouwd. Deze akte werd op 22 september officieel ingetrokken. Door deze intrekking hoopte het echtpaar dat er geen bezwaren meer zouden zijn tegen hun verzoek. De Hoge Raad van Justitie had op 17 juni 1515 het eerdere verzoek afgewezen. Nu de bezwaren waren weggenomen, werd op 14 oktober het verzoek goedgekeurd. Het kind Cornelia werd officieel erkend als wettig kind.

Bekijk transcriptie 


Dit zijn 6 geboorteaktes uit Amsterdam van 7 maart 1888. De volgende kinderen werden geboren:

Bekijk transcriptie 


Dit zijn overlijdensaktes van Amsterdam uit 3 augustus 1933. De volgende personen zijn overleden:

Bekijk transcriptie 


Op 7 oktober 1899 werden in Amsterdam 6 kinderen geboren:

Bij alle aangiftes waren Hendrik van Beek (30) uit Ouderamstel en Pieter van Dongen (38) uit Amsterdam als ambtenaren getuige.

Bekijk transcriptie 


Op 10 maart 1926 trouwden in Amsterdam:

Als getuigen waren aanwezig de broers van de bruid: Izak Leek (52) en Jozef Leek (44).

Ook trouwden die dag:

De bruidegom erkende met toestemming van de bruid hun kind Hiltje Robijn, geboren op 17 februari 1926 in Amsterdam. Als getuigen waren aanwezig Hendrik Jan te Ielle en Henricus Josephus Aloysius Meiners, beiden 34 jaar.

Dit huwelijk werd later ontbonden door echtscheiding, uitgesproken op 18 april 1946 door de rechtbank in Amsterdam.

Bekijk transcriptie 


Dit zijn 2 huwelijksaktes uit Amsterdam:

1. Op 22 november 1928 trouwden Arie Kalff (25 jaar, kantoorbediende) en Johanna Antonia Meij (25 jaar). De ouders van de bruidegom waren Paulus Kalff (53 jaar, winkelier) en Jannetje van Nieuwenhuizen (53 jaar). De ouders van de bruid waren George Frederik Johan Meij (handelaar) en de overleden Helena Elisabeth Oorbals. Getuigen waren Jan Jacob Pieter Kallewasse (24 jaar, kantoorbediende) en Jan Paulus Kalff (22 jaar, kantoorbediende).

2. Op 28 november 1928 trouwden Bart van der Meer (27 jaar, colporteur, geboren in Leeuwarden) en Gerarda Maria van Zijl (17 jaar). De ouders van de bruidegom waren Romke van der Meer (56 jaar, venter) en Hiltje van der Wal (61 jaar). De ouders van de bruid waren Johannes van Zijl (56 jaar, schuitenvoerder) en Petronella Blijleven (46 jaar). Getuigen waren Pieter Korf (79 jaar, werkman) en Hermanus Bagmeijer (55 jaar, werkman). De moeder van de bruidegom kon niet schrijven.

Bekijk transcriptie 


De aangever vertelt dat hij aan een man vroeg wat er aan de hand was. Die man antwoordde dat zijn vrouw de aangever op woensdag door een kapot raam in de kamer had gezien. De man voegde toe dat zijn vrouw zich beter had kunnen bevuilen dan door zijn raam te gluren. Fix vroeg de aangever om zijn stropdas om te doen. Nadat dit gebeurd was, ging Fix met de aangever naar beneden in het woonhuis en vertrok daarna met de ordonnantiepachter naar Stellenbosch. Tot slot verklaart de aangever dat Tip ongeveer 6 weken geleden tegen hem had gezegd dat de schoonvader van de aangever de wijn had opgedronken. Deze wijn was bedoeld voor Fix wanneer de aangever en zijn vrouw uit rijden gingen. Daarom gaf de aangever de wijn later rechtstreeks aan Fix. De verklaring is afgelegd in het Kasteel de Goede Hoop in aanwezigheid van klerken Johann Adolph Kuurl en Nicolaas Cruijwagen als getuigen. De verklaring is ondertekend door de aangever en secretaris C.L. Neethling.

Bekijk transcriptie 


Gersson was naar de kombuis gerend en had tegen zijn moeder Rachel, een bastaard Hottentotse vrouw, gezegd dat Africa flauw was gevallen na een kleine klap. Hij vroeg haar om azijn te brengen. Gersson had niet de bedoeling gehad om iemand te doden.

Bij het medisch onderzoek van Africa werd gevonden:

Door de dronkenschap van Persson, Jeptha Fortuijn Januarij en Piet Maccau kon er geen duidelijkheid worden verkregen over de zaak. Uit het verslag van Booijen bleek dat er zowel een draagstok als een speer bij Africa hadden gelegen. Het verhaal van de dronken Jeptha was daarom niet betrouwbaar. Hij kon door zijn dronkenschap niet goed hebben opgelet bij het begin en verloop van de ruzie.

Bekijk transcriptie 


De knecht van Booysen vertelt dat hij bij een wagen stond toen de slaven January en Fortuyn samen met Jeptha hun voeten aan het wassen waren. De slaaf Hector riep hen om te helpen bij het inspannen van een os die uit het juk was geraakt. Nadat ze hadden geholpen, gaf Hector hen een glaasje brandewijn uit een grote kan. Daarna vroeg Hector aan de knecht om zijn stiefvader Africa, die samenwoont met de moeder van de knecht, te gaan halen. Africa ging toen meteen mee naar de wagen.

Bekijk transcriptie 


Terwijl de verteller en zijn vrouw aan tafel zaten, kwam een slaaf genaamd Jeptha binnen die voor de verteller in de wijngaard werkte en eigendom was van Jan Theron. Hij ging naar de keuken waar hij de slaaf Augustus wakker maakte en hem vertelde dat Afnea was doodgeslagen door Gerssen. Augustus ging dit melden aan de vrouw van de verteller. De verteller, die geschrokken was omdat hij niks van een ruzie had gehoord, ging met een kaars naar buiten. Hij vond Africa dood op de grond liggen, een paar stappen van de deur van het slavenhuis. Daarnaast zat iemand op de grond. De verteller dacht dat deze persoon gewond was en bekeek hem met de kaars. Het bleek een zwaar dronken Khoikhoi te zijn die bij burger Pieter Blignault hoorde. De verteller wist niet wanneer of hoe deze Khoikhoi, genaamd Piet, op zijn erf was gekomen.

Bekijk transcriptie 


De Gersson, een bastaard-Hottentot van ongeveer 17 jaar oud, legde een verklaring af voor de Raad van Justitie. Dit deed hij op verzoek van secretaris Abraham Faecre uit Stellenbosch, die tijdelijk de functie van landdrost waarnam. Gersson verklaarde dat hij ongeveer 6 weken geleden op een vrijdagavond bij de woonplaats van landbouwer Bovij Booijsen aan de Paarel was. Toen het donker werd, was hij daar samen met de slaaf Jeptha, die eigendom was van landbouwer Jan Theron. Een ossenwagen van landbouwer Daniel Zourdaan was ook ter plaatse aangekomen.

Bekijk transcriptie 


De schrijver legt uit dat niet alle moordenaars de doodstraf moeten krijgen. Dit is niet alleen een onweerlegbaar feit, maar dit komt ook overeen met zowel de wetten van God als de regels van alle beschaafde landen. Dit was zelfs al geregeld in de joodse wetgeving. De schrijver stelt voor dat de Hottentotslaaf Gerstjant onder de groep valt van ongelukkige moordenaars die men weliswaar straf moet geven, maar niet de traditionele straf op moord.

Bekijk transcriptie 


De vrouw vertelt dat Ontong niet naar haar luisterde. Ze had hem geroepen om water te halen terwijl er een volle emmer in de winkel stond. Na meerdere keren roepen bracht hij uiteindelijk het water, maar ging daarna meteen terug naar de winkel.

Later moesten twee slavinnen, een oude jongen en Ontong het lichaam van haar overleden man op een draagbaar naar het woonhuis dragen. Ontong, die achteraan liep, liet de draagbaar vallen zodra ze net over de drempel waren. Hij draaide zich om en ging weg. De vrouw moest zelf bijspringen om het lichaam verder het huis in te dragen.

Toen later op de middag de rechter met zijn raadsleden bij de vrouw langskwam, deed ze haar beklag over Ontong.

Bekijk transcriptie 



Vorige paginaVolgende pagina

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/