Transkripte durchsuchen » Das Archiv von Utrecht

Archivzugang 34-1, Inventarnummer 2214, Blatt 38

Kooperze, en haare Erven betaa
len Intresse meede Teegens drie
guldens tien stuiverss van
iderhonderd welke insgelyks
aanvang genoomen hebben met
den 17 maart deeses jaars 1795.
en voortduuren zullen tott de
daadelyke aflossing en voldoe
ning toe, welke aflossing, door
de koopers als meede de opeis
sing door de verkooperze ten
allen tyden zal kunnen mogen
en moeten geschieden mits mal
kanderen drie maanden te
vooren waarschouwende
De comparanten koopers werden
verstaan hun gekogte aanvaard
te hebben met den 17 maart
deeses jaars, zulks het zelve
van nu af aan staat ten hunne
schaade en Pericule - daar nog
rans de verkooperze haar leenen
lang geduurende zal hebben het
gebruik van twaalf roeden lands
29
in den stov zonder daar voor iets
te verschuldigen, zo als de verkoo
perze meede zal genieten de
huur of pacht van dezelve Hetede
over deesen Iaare 1795. inteszon
derd die welke Gerrit Stipen
aart Hendrikzen zullen verschul
digen welke de koopers nevens
de huur van een kanier daar
Maria versteeg tot den 17 maert
1796 bewoond wordende tot ƒ 25.
zullen profiteeren
de comparante verkooperze zal de
Lasten, en ongelden zuiveren en
voldoen, alze den Errpacht tot
petrij, ende huis en haard stee
degelden tot Paasschen deezes
jaars 1795, met welke tyden
de Koopers, verstaan zullen
worden daar in getreeden te
zyn,
de Comparante ter eenre, zal aan
de Comparanten ter andere zyde
overleeveren alle zodanige Ei
„gendomsbrieven, en bescheiden
k