Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 669, pagina 40

Het gemiddelde gewigt van deze stukken was 1. 1. 399; dat
der bij de opbrengsten stuk voor stuk gewogene 1. 1. 462, en
dat der voor de verrekenins wegens het tijn algezonderde,
w. 1399. 3: van deze uitkomsten gezamenlijk bedroes het 5e
1. 1. 400.
middelde
Dewijl
nu de wet eene ruimte toekent van 1. 0. 14. blijkt
het dat de
pecie met veel 2015 is bewerkt.
Van de
proetpenningen dezer pasmunt werd het gehalte 5e.
middeld bevonden op
6404
103.
en alzoo binnen de bepalins
der wet.
20. in ailveren pasmunt voor NederlanschIndie:
3, 002, 291 stukken van 1s gulden, opgebragt in 60 partijen,
en waarvan voor proetpenningen 2220 werden afgezonderd,
terwijl 71 stukken werden vernietigd, als vallende buiten de
wettelijke
ewigts bepalins, zoodat van de Munt werden alge
leverd
van
afgeleverde stukken bedroes het gemiddelde ge-
wigt w. L. 248: van de stuk voor stuk gewogene w. 1. 249. 54;
en van die welke voor de verekenins wegens het geleverde
sijn bestemd zijn, 1. 1. 249. 92.
welke vereenigde uitkom
sten het gemiddelde w. 1. 249
249. 49 bedraas
Met de wettelijke ruimte van 1. 0. 8225 vergeleken, blijkt
daaruit dat ook van dere specien het gewigt naauwteuris is.
Dit het onderzoek naar het gehatte verkrees men eene 5e.
middelde uitkomst van 1202575 en derhalve binnen de wet
telijk
30. in koperen pasmunt voor Nederlandsch-Indie:
10.
2, 480. 000 stukken van 23 cent, opgebragt in 31 par
tijen, afgeleverd tegen een pilaar gewigt van Ned. pond 18. 150m:
81 M
hilen.
20, 67, 300, 000 stukken van L eent, opgebragt in 679 par.
tijen, algeleverd tegen een pilaar gewist van Ned. pond 4. 8001:
30, 10, 500, 000 stukken van 2 eent, in 108 opbrengsten,
atgeleverd tegen een pilaar gewist van Ned. pond 1. 7251.
van al deze specien werd het gewigt in overeens
bevonden met de bepalingen der wet.
van de voormelde specien zijn geslagen en
voor rekenins
van den handel:
903, 343
4, 854, 661
aalders
suldens;
voor rekenins van den Staat, op last
van Finantien:
2,000, 000
en op last van het Ministerie van Kot
900, 000 guldens,
3,000, 000 10 guldens,
2, 480, 000 23 cents,
67, 900, 000 cents en
10, 800, 000 2 oents.
min
en
van het Departement
onien:
ter uitvoerins der bestaande voorschriften heeft het Collegie
rich in den 100p van het jaar 23 maal begeven in de werk
plaatsen der Munt, ten einde van het aldaar in bewerkins
zijnde rilver in zijne tegenwoordigheid de voor het gehatte
onderzoek vereischte hoeveelheden te doen atzonderen.
tot het metaal voor de gemelde rilveren specien, 200 stand
penningen als pasmunt, heeft de Muntmeester de volgende
waarden geverigd: