Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.02, inventory number 6416, page 18

onder maleische strandbewoners.
Dde Regering han nich, hiermede,
blijkens haar besluit van 21 Februarij
1876 No. , niet vereenigen, maar ge„
lastte het houden eener maritieme
demenstratie.
dot dat einde zou een oorlogtebip
werden gezonden, en werd den redi„
dent van dapanolie opgedragen zich
met dat vaarting naar Nias te begeven
om, gesteune daardoor, te taekten, zoo„
wel in de saak van rof, als wat
betreft de in den laatsten tijd gepleegde
moerden, met in acktneming van de
lands instellingen alsnog genoegzame vol„
doening te erlangen, en eent dan, wan„
neer al diens pogingen ter erlanging
van genoegdoening op vredelievende wijge
vrischteloos mogten gebleken zijn, te doen
overgaan tot het doen beschieten der be„
tohhen Kampongs voor zeever die van
beore van het vorlogsehip door het beheepo„
gesehut zouden zijn te bereiken.
Fot
dat deze beslissing was de Regering ge„
komen uit overweging, dat alhoewel de
gepleegde feiten niet mogten worden ge„
duls, en de Regering het tiel zelve
verpligt is, om ter zake straf en genoeg„
doening te verderen en om, wanneer aan
die vordering niet goedselikt mogt wor„
den voldaan zelve tot bestraffing over
te gaan, het der Regering niet wensehe„
lijk was voorgekomen in deze eene mili„
taire expeditie tot dat dsel af te tenden,
om reden tegen het koppentnellen op
Nias van wapengewelen evenmin heil te
verwachten zou zijn als op Borneo en in de
clolukhen, en dat de gepleegde zeeroof door
bewoners van de twee kampongs van
clladjinga, een feit, dat oole elders in den
Archipel voorkomt, niet tot eene militaire
ep peditie beloefde te leiden.
Bij de ontvangst van dat Gouver„
nements besluit, maakte de resident
van Dapanolie bij zijne missive van
10 eclaart 1876 ne it geheim, de op„
merking