Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 600, pagina 24

het te bergen. Niet tegenstaande wij nacht aan wacht
op den uitkijk waren, mogt geenenkel oogenblik onze
moeite beloomen; des daags kregen wij metingen op ver„
schullende signalen uit het Poenwokertosche. Het verblijff
alhier insden door alle belietgaten togtenden toren, bij on„
gunstig weder durfden wij niet langer rekken, en dus
schou slechts half overouren oogst voldaan, vertrokken
wij den 18e. van hieven begaven ons naar den lieuvel
Velok, waar wij den 20e en 21e, door beter weder begunstigs
met oure waarnemingen zoowel aandschu als astiono„
mischie=gereed kwamen.
wij vervolgden ourers weg van hier naar Banjoemas,
en op Pliken en angkoer werden de mietingen volbragt.
erfdeeling
Hr. van Limburg Brouwer ging det Doerbolingo in, tenvijl
ik op den Sangkoer berig was. Wbij vond signalen op den
Plana, Rorakan en ludiokilo erseen op den Slamat. De
beide eersten werden niet door ons berocht, maar daar de
signalen toeh eenmaal waren opgerigt, bepaulden we
dere punten uit anderen. Hbet tertiaire terrein, dat indie
afdeeling door vulkanische oorzaken is opgeligt, werd bij
dere gevlogische gebeurtenis op gelieven ingroote van eka„
der tot op den bodem gescheidene rotsmassas, welke slecliti
langs een of twee smalle ribben zijn te beklimmen, het
geen de bereiking van de meeste dier toppen, vooral naar
mate zij diepen in het gebeigte liggen, ten uiterste bemoeije„
lijkt. 18. van Limburg Brouwer beklomden bergdlana,
ten einde van daar te kunnen oordeelen, welke verandering
in de schikking der punten moest worden gemaakt, en
hij verzekert, dat die beklimming een der moeijelijkste was,
welke hij ooit heeft volbragt, d'bij plaatste nogeen signaal
op den Poeloesarien den oepoe. later werd ik genood.
raakt, om den Adjudant onderofficier naar den top des
Slamats te zenden. Obet is op een bergtop van eenigen om„
vang moeijelijk, een punt te zoeken, hetwelk uit de vlaht
van
van alle kanten te riers is. Ik had daarons versocht, dat door het
inbandsch bestuur van Poerbolingo aan den Oostkant en door
dat van Goenvokerts aan den westhant des bergs eens signaal zou
geborurd worden. de bedoeling dier sclikking werd niet begrepen,
althans beide signalen, vooral dat van Doenvokerto, stoudensver„
keerd. Verr 24e. Julij beklorw Alberts den top, ens der 25e. smorgens
zagen wij uit de observatie plaats Endiokilo twee signalu op den
Slamrat verrijren, welke wij later uit alle verdere standpunten
kondens waarnemen. Terwijl het signaal van Goerbolingo, dat
toch eenig mut had, werd behouden, dienden de materialen van
het signaal van Goerwokerts voor den bouw des beide nieuwe, die
in de hiervolgende tabellen met slamat t uttt, en dat van
Poerbolingo met Slamat tt zijns aangeduid. van den 30 junij
tot den 3e. julij werd ik te Banjoemas opgehouden tot het marien
van het groote Universaal. instument. Het veel en langdurig
gebruik van dit werktinig heeft de veeren verslapt der beide mi„
kroskopen, die in de mikroskopen toestel de beweging regelen
van de landen, van welke de aflering geschiedt. Het aanma„
ken van nieuwe veeren kostte mij veel moeite enstijd: ik slaag„
de echtergelukkig, mijns instrument te herstellen.
Reedo is meermalen in vroegere verslagen geklaagdt, dat indit
klimaat herhaaldelijk het dracennet in den kijker en de instil
draden der mikroskopen (welke uit spinrag worden getrokken
uitrafelen. Meer dan immer te voren bemoeijelijkte dit thans
onre wverkraamheden, en gedurende dere expeditie hebben we
tot vijfmalen het draden met moeten vernieuwen.
Den 3e. julij vertrok ik naar Bandjar Negara: op weg. te Over„
woredis= vereenigde Hr. van Limburg Brouwer zich met mij.
wij begaven ons waar den top van den Midangan, waar het
weder ons zoo ongunstig was, dat we ierst den 10e genoegzame
waarnemingen hadden verrameld, om dere plaats voor den
Ravja te verlaten, waarheen wij den 12: vertrokken.
Het terrein van de afdeeling Bandjar Negara, dat rich tot
Batoer en de vlakte van den Dieng meer en mer verheft, is
slechts