Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 5864, pagina 4

zien, dan zal daaruit blyken, dat er toen in 't geheel
drazen 840 plantjes.
draar van draren uitgeplant. 273.
Ek zal al de drisselingen in dit ge„
tal, die gedurende de nu verloopen vyf maanden
hebboen plaats gehad, door afsterven en weder opkomen,
niet vermelden. Ik bepaal my by de opgave van
hetgene try thans hebben.
er zyn de volgende planten.
4. Linchona ovata. Potaal. 734. Deze zyn van ver
schillende Awaliteit, en leveren dus een on„
gelyk vooruitzigt op. Ik verdeel ze in drie
categorien:
1. Beste=ten getale van 91. Sk acht het draar„
schynlyk die te zullen behouden. zy onder
scheiden zich door krachtigen groei en een
gezond uiterlyk van de overigen.
2. Middelmatige. ten getale van 169. Heze
zyn minder sterk, minder antwikheld dan
de vorigen.
3. Zeer jonge. later opgekomene ten getale van 474.
Het zyn inzonderheid deze laatste plan„
ten, die my de grootste zorg voor den
drinter inboezemens.
Hr. Linchona Calisaga. Potaal, 224.
De Categorien zyn dezelfde als boven:

126.
V.
62.
36.
3
Het is van de eerste Categorie dat ik my voor„
stel, overeenkomstig de goedkeuring van
Alwe
H1t. Linchona Calisaya Josephinae. Dan dere zyjn
twee planten, dus eene meer dan by myn dorig
verslag vermeld is.
Uwe Excellentie, gegeven by Hare missive,
in dato. 15 Augustus. 1. L. te 300. geheims,
de meest ontwikkelde planten te verzenden,
die thans eene lengte van eenige duimen be
reikt hebbens.
H. Linchona lancisolia Mutis. By Uoer Excellon.
ties missive, in dato 12. Mei f. l. Litk Hl hes„
had ik de eer op 15 Mei te ontrangen, een pak„
se daden, door 2e Farsten in Nieuw Grenada
ingezameld, en behoorende tot genoemde boort.
Ik heb daarvan op. 16elei f. L. 3 gezaard, zon
der dat die zaden eenige voorloopige behande=
ling hadden ondergaan; 3 is vooraf geweekt in
chlore met wrater; 3 is by my bewaard. Er zyn
slechts. 12. plantjes opgekomen, die zich nog
in eenen toestand bevinden, welke op haar behoud
weinig kan doen rekenen.
Actis vooral van de Calisaya, dat wy
een groot aantal, en meer dan ik my
had voorgesteld dat het geval zou drezen,
hebben verloren.
By eene vergelyking van dit verslag met
dat van 25 Aprib 1. l. zal UweExcellentie, naar myne beschei
dene meening, tot het besluit kunnen komen, dat de tegen
woordige toestand althans niet ongunstiger is dan toen.
sry hadden toenmaals een staal van 840 planten, waar
onder 178 Lulisayas, teruyl ons tegenwoordig totaal tot 972,
waaronder 224. Calisayas, is gekomen.
k heb, in dato. 25 April 1. l. beweerd, dat
het resultaat gunstig zal zyn, indien een derde zal be
houden blyven. Ik ben nog van die meening niet terug ge„
komen, drant hy hebben een groot aantal zien bezwyken,