Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 5864, pagina 3

aanstaven
dat Allee
maandelAoc
Zal zijn, de voorstet
tius van deze overtijt
en de bewaring, bi UHsel.
van de nas vourradije
Laden, overeenkomite
het dooret gsaan ton
sel.
con
La Zal overjens
voorstit
aan Amt menck, om
vophat den Kina
de
plantin te Leidn
in oagenichoum
Lsen
saane
Comn
tenenen volclaen, soo
olra ik daor toe den
tyd van vinden; werkalne
ile mij voorbehoude
Utlel, nades van
mijne komrt te we.
wettigh
1


verlangt U. L.
de deese punten
aun het Alat
te beantwoorden
Tver
go
L

8
Exh: d'Sept: 1069 1e. 331 Geheim
Wif snadern 10 Se. bij den 35e. September. 1654.
exem
Het groote belang, hetwelk door
Uwe Excellentie zoo teregt wordt gesteld in de zaak
der Linchonen, in welke gevoelens ik ten volledeel,
heeft my op het denkbeeld gebragt dat het Uwer Exeel
lentie welligt niet ongevallig zou zyn, op nieuws te
worden bekend gemaakt, met den staat van die ge=
drassen, daarin zy zich thans bevinden.
Indien ik my hiermede mag vleyen,
wensch ik my te veroorloven het nevens gaande ver„
slag aan UdEdg. eerbiediglyk aan te bieden, en dit
wel als een vervolg op het rapport over dit onderwers,
door my aan UweExcellentie, in dato 25 April. 1. L.
toegezonden, en waarby ik my voorstelde om met de„
toen aanstaande, nu ingetreden maand September,
een nieuw verslag aan Uwe Excellentie aan te biedens.
By aldien de declomvattende bezig„
heden van UweExcellentie het zullen veroorloven om
aan deze mededeeling eenige aandacht te schenken,
dan zal Utlldg, naar ik meen, kunnen opmaken, dat
er in het getal der planten nog al vry belangryke af
drisseling bestaat. Er zyn er zeer velen niet tot verdere
ontwitekeling gekomen, en later weder anderen ont„
staan, en het is te voorzien dat er, gedurende den drin
ter, onderscheidene zullen komen te vervallen, daar
het nu allengs naderende saisoen, voor jeugdige en
deer heedere planten, altyd zeer nadeelig is, en het al„
tyd zeer moeyelyk is, die den drinter door te brengend.
Ek hoof, zooveel mogelyk, daartegen te traken, en geene
zorg of moeite zal my te gevot zyn om te trachten
deze kostbare voorwerpen te behouden.
Indien Uwe Excellentie zich de moeite
zal willen geven, myn verslag van 25 April f:l. in te
zien
Aan Zyne Excellentie den Heer
Minister van Kolonien.