Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 543, pagina 42

sistent resident den Reboemen
residentie Bagelen, op Java
thans en Nederland aanme„
zig, en zulks tot de algeheele
soldoenind eener som van
Dat de eischeresse na den dood van haren echtgenoot voornoemd
welke almede heeft plaats gehad voor de inadering van de tegen„
,woordige welgeving, als langellevende moeder, heeft gehad het wet„
,telijk vruchtgeroot van de goederen harer kinderen voornaemd
dat de eischeresse vervolgens, doch almede nog voor de invoering van de
nieuwe welgeving een tweede huwelijk heeft aangegaans met den gedaagde
en aan dezen staande dit huwelijk, heeft afgestaan het vruchtgenat van
eene som van f5000. fescht duizend guldens, harer voornoemde kinderen
toebehoorende, ten bewijze waarvars de gedaagde aan de eischerense heeft
afgegeven de door hem onderteekende onderhandsche acte van den 10e. Sep„
„tember 1842 ten processe overgelegd.
dat sedert den lischeresse huwelijk met den gedaagde is ontbonden door
echtscheiding.
dat de eischeresse beioerende, dat door deze echtocheiding is vervallen het
vruchtgenot, hetwelk de gedaagde heeft gehad van de vorenvermelde f8000.
scht duizend guldens, na bekomens verlof om kosteloos te procederens, bij ex.
„ploit van den 26. februarij 1856 den gedaagde heeft gedagvaard voor den Raad
en aldaar ten dage dienende geconcludeerd, dat de gedaagde zal worden ver„
,oordeeld, om dadelijk, nade beteekening van dit vonnis, ten behoeve
van de eischereose, krachtens dit vonnis met het beheer dier gelders zal wor„
,den belaat, de voormelde som van f0000. echt duirend guldens, door den
gedaagde van de eischeresse in vruchtgebruik ontvangen, blijkens overgelegde
onderhandsche akte van den 10e. September 1842 met bepaling dat de gedaagde
door de afgifte van die som aan den te benoemen beheerder geheel zal zijn
bevrijd tegen over de eischeresse, alles met veroordeeling van den gedaagde
in de kooten van dit negtsgeding.
Wijders dat eene korting van een derde gedeelte van het pensioen van den ge
,daagde zal worden verleend, tot dat de voormelde sons invoege zal zijn
terug betaald, met veroordeeling van den gedaagde ins de kooten vans den
processe, en
lindelijk dat dit vonnis zal zijn uitvoerbaar, niet tegenstaande verzet.
Overwegende, dat de gedaagde, ofschoon behoorlijk gedaguaard, voor den dienende da„
,ge geenen procureur voor zich heeft gesteld en mitsdien tegen hems is verzocht
en verleend gewordens verstek, waarna door de eischeresse negt is verzocht
op de stuckken:
Ten aanzien van het Regt;
Overwegende, dat volgens het vroegere regt, waarnaar deze zaak behoort
te
1656
Lebruarril 24. le

Verschoert
Salquies

3

2
5
2

Vevoijs
te worden beslist, de cischereose door haar tweede hunelijk met den
gedaagde had verloren het wettelijk vruchtgemot van de goederers harer
in eerste huwelijk verwekte minderjarige kinderen voornoemd en zij
mits dien ook geen regt had, om na huwelijk met den gedaagde dit vrucht„
,genot aan dezer aftestaan.
Overwegende, nu dat dit zoo zijnde, hieruit volgt dat de aan de voornoem„
,des mindergarige kinderen van de eischereose toebehoorende 18000. echt
duizend guldens, thans in geschil, zich zonder wettige oorzaak of titel
bevinden in handers van den gedaagde en de eischeresse uit dezershoofde
allerins is geregtigd, oms deze geldens vanden gedaagde opte rarderen.
Overwegende wijders, dat de eischeresse de voogdij ouer hare voornoemde mins„
,derjarige kinderen heeft aanvaard voor de invoering van de tegenwoordige
welgeving en zij, als zoodanig, ingevolge het bepaalde bij artikel be van
de overgangswet, niet is verpligt tot het stellen van eenige zekerheid voor
haar beheer van de goederen van deze minderjarige kinderen.
gelet op de aangehaalde wettelijke bepalingen en artikel 58 van de Bur„
,gerlijke Regtsvordering.
Regt doende
Veroordeelt den gedaagde om dadelijk, na de beteekening van dit sonnis, aan
de eischeresse, in hare hoedanigheid van voogdesse over hare minderjarige kin„
,deren Adelia Maria Philippina en Johan George Mucklenfelot voor en ters
behoeve van deze minderjarige kinderen opte leveren eene som van f3000.
Acht duizend guldens.
Verleent wijders eene korting op het pensioen van den gedaagde, ten drage aan
een vierde gedeelde, wanneer dit pensiaens f200. 's maando of daaronder be„
,draagt en van een derde gedeelte, wanneer dit meer dan f200. bedraagt
tot dat aan dit vonnis met de kooten zal zijn voldaan.
Verklaart eindelijk dit vonnis uitvoerbaar, niettegenstaande verzat, en
Veroordeelt den gedaagde in de kooten van dit regtogeding.
Aldus gedaan bij de Heeren Meesders August Gerard Masimiliaan
Smulders, President, Piater Jacob Hoijer, Adriaan Johan Willem Cornets
de Groot en Jonkheer Christiaars Joannes van Beresteijn leden en uitgespro„
„ken ter openbare teregtzitling van den Raad van Justitie te famarang
op Woensdag den 2en April 1656, in tegenwoordigheid van dezelfde
Heeren Meesters en van Meeoter Wilhelmus a Brakel deiger offi„
„lier van quatitie en Meester Lodewijk Vlspogge griffier.
onderstond, de President pohj so. G. e. Smulders Lager) de Guiffeir
10r6