Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 2, pagina 28

een Directeur leul. van
die ijlder yaanden te exploiteren, aethans, dat de middelen van particulie
„ken, daarkoe in verschillense opzigken te kant behieken.
=Afachoam ik hen walls besef, hoe hoogat werschelijk het is, dat Meder„
„landachs Andie, zich in eigenen koekens, exen als van ddeenkolen oak
van ijker un dhaal woar zie, en dit bezef meermalen heeft geleid dat het
eornemen, om dat yroake requekaat voarte kereiden, heb ik nig echter van
eens uitvaering van het zelve, dat dus verze onthouden, ensdeels apspond
van de motienen, vervat, in mijns behaijven van den 17e. December 1048. N.
675 27. en der andere tengevolge van het vaarkomeas in Uiverlveelen,
dier bemi= officieele missives van d'de. April iu 22e. Mlio 1017 betrekke„
lijk het daar Haar betaand financieel plan dat aentegnig der nationale
behuld; meer direct op de koeanie, in kak afstand van ponder op Bor„
mes, in verkand met welk plans ik werd uitgenaadegd, om van mijne dijde
mits te doen wat dien afshand dai kunnen in den weg ddaar aff vermoeije„
,lijken. dereck nemam ik van dit plan niets bepaaltsmeer, in dierhalue
niek wekense, inhaenerre aan hetzelue al dan nick dai worden, walyge„
„genen, het i migj des nietkenus intusschen verplige ceacht, mij van alles
te onthouden, waardoor de door Uwezkiecellendies waarganger geprojecteer„
,de maatzegel dai kunnen worden geintraveerd, en heb ik mitsdien ook
de explactatie van de ijder gaonsen in de danah daut laten zuxken, ten
einde geen naodelaas werk te doen nn niet te handelen tegen de intentie
van het opperdextuur.
Onter
Afschrift
1o373.
Bylage
lene.
Commissoriaal aan den 16en
February 1549 ka. C: C: renoooi:
Last omte dienen van cansiona„
tien en aduies napens de missive
van den Minister van kolonien van
8 November 1548 Le. N No. 1l53. hon„
dende vraag ofen zoo ja op melken voet
cancessie zande kunnen warden
verleend aan de firma J. van Dach„
ne t C. te Vage, tot ontginnin„
der Waerpanden te Sambaga in
Sanahs haux, maartie dovillie
firma is vergaek gedaan.
Mans
zynd Eucellentie
Den Minister van Staat,
Gouvenieur Generaab
van Nederlandsch Iudis
17 January 1850 275.
Bataria, den 10 Mei 1649.
consideratien en advies aan den Gouver„
neux van Borneo en Onderhoorigheden.
Uit de verslagen over het Yzer,
dat bij Sambage in Sanah, hant
voorkank, is het bekend: dat de hoe„
veelheid zeer groot ende hoedanigheid
goed is= dat daarentegen het vervoer
naar de naartbygelegens zeeplaats
sabaniour ver en moegelyk is en
dat er geene bevalking wordt gevonden
die vaor eene Euraposene explaitatie
kan gekruitt worden; verder antbreekt
het niet aan materialed tot den huis
baur en neemt men aan dat het
luchtgestel middelmatig gezand is.
Aderigens is de lantstrick daar
maar het izer ligk anbewoond en
heeft Tabaniour meinig geechitetheid
voor den afschiep, door eene uitgestrek„
te andieste aan hard hand die er voor
leijt: dit han welligp door het bezige„
aan zeer ondip gaande praanmen
aerhalpen worden, de afschiep in
de uestmaessan is echter dehier
andoenlyk, wye aan dabaniour
lager wal is.
Het
te Fabaniond, de naatt
aan Sambaja grenjense
Zee plaats.
het totaal gebrek aan
c
Roeank
gentiht perioneel tor
de explaitatie; waertoen,
althans aanvankelik
Mamelders, Jan