Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 2, pagina 27

4
een Directeur leus van
op welken vark en op welke voorwaarden tot het verleenens van concessien aan
dezen of genen hair kunnen overgegaan waran; en
3: ij alhiers vertoeken tot exeploitatie van mijnar, aan nig mogten werden, gerigt
de belanghebbenden de verwijken tot het departement van kolonien, ter voor
koming, van moeijelijkheten, welks het gevolg dousen sijn van het verleenen
van concessiens aan verschillende penaanew.
den aandien van het mete pank moet ik opmerken, dat het adres vande
Heeren J. van Dachme Exos. hoafdzakelijk selijnk te moeten worden aange„
„merkt als bexkemd dot het conddateren van eene prorikeit, met het doel om
laken, wanner hun belang dit mogt meschengen, op die paisriteit en leegt
te gaonden.
Hien venzoek koch, is geheel ontblaat van ade inlichtingen, weeke ver„
„eischt werden, oms te kunnen bevardeelen, in hoeverre de adressanten dan
wel hunne ongenoemde principalen met den Staak van saken in Endie en
spaccaal op Darnes, bekend, der zake kundig in kij magte dijn, de misse„
„lew aandeevenden voor eene exeploitatie als de ondercuerpelijke
dat de kennis van sew en ander onverijdelijk is, om op een verzoek als
het hier bedoelde, en op goede gronden seunend adnies te kunnen inttrengen,
is deuxelijk in waret ook door Uwe Exrellentie inkend, teijkens het in Haar
voormeld behrijven, uitgedaukt verlangen, om dejenew, die dich tot het
erlangen van dergelijke concessiens tot nig mogten wensen, naar het departe„
„ment van koloniews overtewijken, en om hen tevens opmerkzaam te maken,
dat
te Tabanioun, de naast
aan Sambaja grenjense
Zee plaats.
het totaal gebrek aan
a
Roeaah
gentikt perioneel tot
de explaitatie; waertoe,
althans aanvankelik,
neen elders, son
dat dij al de waarbangen zullen behooren te leverens, welke vereischt kunnen
worden tot het verleeren eener concessie, als de door de Heeren J. van Bachne
Gos. gevraagten met de dekerheid, dat het gune wenexpeculatie is.
Ack is mij, om die Redew niet doenlijk Utwe Evaellentie, i de te daak,
met eens bepaald arnies vontelichten, van weeks aannemelijkheid ik eene voedren
,de overkuiging bekit.
dis niet te mins het ik het raastaans geacht, ten aandien van het onker„
„harig verzoek, het gevaelen intervinnen van dens Gouvenneur van Domeo en
onderhaarighcden, die dien deregevalge heeft ingetenden het rappart van 21e.
Meei 1244. A: 370. nan het wick een afschieft is lijgwvoerd.
Uit aik rappart, ins verband beschaeude met den ierhoud van mign dehrigf„
vens van 17e. December 1648. As: 675, 27, zal Uwe Excellentie ontwaren aan wel„
ke veelvuldige bekwaren de exploitatie der ijker granden us Ganck Laut, door
particulieren, onderhenig is.
vevre dat die bekwoaren douden overdreuen sijn, haude ik met het oog„
ap de groote moeijelijkheden welke andervonden dijn in het tat ex plactatie bien„
gen van de Heenkoolmijnen, welke alleen sijn kunnen overwennen worden door
ens onwrikbarew wil is door het aanwenden van alle de middelen, welke het
kouvennement ken diensk Haar, het er weeleer voor, dat deselve bij ondervin„
„ding, zullen bevanden worden nog niet genoeg der waarheid na bij, te komen.
aoch hoerach dij, ik kan, bij aaerwoegenig van de saak, dat geene andere con„
„clutie geraken, als dat alleen voar het kouvenrement de mogelijkheid hertaak, om
die