Transkripte durchsuchen » National Archives / Archiv South Holland

Archivzugang 2.10.02, Inventarnummer 24, Blatt 10

bi is Konniplijt besluit van
den 8 au 140 N. 99.
Voor de pensionernn der
officieren van de Halonia
le marine was reeds en
1623 gezorgd, blykens het
reslement te vinden in
het md. Haats blad N.6 van
dat jaa: en by het laattt.
gemeld Hannalik becluit
werd dat zegh den officie
re den Hale. Marin, welke
by de Mese. Marine wardh
ingelijfd, het genot verze
kerd van het pensioen, by
het euengemeld reglement
dastgeckeld.
Ten opzijte van, den of
feceeren welke in deden
taire betrekkingen geplaatit
waren of zouden waden,
de waa op het reglement
van 1823 niet meer kon
van toepaesen zyn, werd
de tyds
echten, niets depaald en
het is in deze leemte, dat
na voorzien is by het
berageaaad becleut veen
A. L. 8d. 17 augt. 1649.
Itet meerendeel der adver
santen was reedo gepen„
dioneerd, voor de ophef
Jun van de Halamale
marine, en die genen hun
ner, welke na hunne in„
lijvin by de cese. marine,
tatzelie
in het jenst van penciaen
zyn gesheld, & hebben weec
verkregen te overeenkom
stis het reglement van 1823.
het pensiien
pencioens tepelee
Ly genieten alsoo, het sene
waar op by volgens de
op hen trepaiselijke verorde
ninsen, aancpraak helbllen
hadden op het Edclip, waor
op dy de dienit verleeken
en kunnen geen reyt dden
geleten op eene door na
in werking gebraste, voor
eene andere alaise aan
officieren, als waar toe hy
behaard hebben. aldeellee per„
Leuens legelich
claar indien uit det
oaspent benhouwd, der
actreesanten verzoek
onvakhaer is voor eene
gemiteijt berchekking, eene
andere craas as: of Loo„
danige beechekkig Kou
knen worden geacht
overeen te komen met de
eischen der billekheid.
Het is bekent dat, bij de
opristuj de kaloniale
marine, aande offecieren
der cheds. marine, welke
welden overgaan en Halo
niale Zeedienst, uitsehten
op bevardenins zyn gea„
geensdens
pand, welke dimmel aer„
wezenlykt zijn. In
Aede van duelle tot
haagere rangen te dyn
opgeklammen, allae alge
dan hunne ooarmalege
kameraden der Medt. Ma
zine, dyn de laatsten
hun voor ciet gegaan.
en de bang mindere ransl