Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 24, pagina 9

genomen, Lan moeten
worden gewezen van de
land; doch dat deswese
bevorens zal worden ge„
waajd het gevaelen van
en
het indieuk bectur e dat
in afwachting van deszelfs
aentwoord, de definitieve
deechikkin in deze, Nordt
aangehauelen.
L. te schrijven:
a Aan L. E. den cleiniste
van Staat
hauvernen Generaal
van Nederlandek
Iedie.
Na dat hier te lande was
bekend geworden, het fuij„
U. E. becluit van den 17
aug 1819. N. 7 vartgecteld
reglement op de verhaagde
pensioenen voor officieren
bekomende tot het Leewezen
in N. S., mitsgaders de toe
paisins van hetselve op
den gewezen onderhanen
meerte te Foerabaija, W. H.
H. Rumbant van Loon,
hebben achtervolgelyk
bijne alle
alle de in Nederland aen„
wezige gepentioneerde of„
feereren van de Oourmali
se doloniale marine, dich
tot het Repe van Halanig
gemend, met het verzaek,
dat het gemelde reglement
als nas op hen waee
2
f smelke door de officieren
den Holoniale Marine
werden vervule.
toegepast.
die adreesanten dyn, der
Heeren L. Elgenhuiten,
0. 9r. Brentano.
J. H. van Herael,
J. Stalze,
F. C. G. Niewes,
J. A. Hande gen d Kraaij„
J. H. van Boudijck Nas.
tiaanse 441
N. Londervan, en
D. A. A van Jordan.
Bij de bevordeelin van
heen verlangen, is tet ee
io het mij al dadelck voo„
gekomen, dat in het oo„
moet woden gehouden,
het bectaande veruhil, tus
schen dedentaire dee offi
lieren, onsendin der Ko.
zoocklarhen bealiten van
te manct tesecttern
beacheteoe Hffren officie
een den voormalije Kolo
niale marine.
By het Kannklyk decluit
eeen 13 Maart 1838 A50 is
bepaald geworden, dat het
harpo Kalaniale Zee offe
cieren dan overgaan by de
keninklijke Nederlandiche
carine en dat de betrek„
kingen van havenmeecters,
lquipagenieesters ende in
0. S. Landen worden beuhourd
als dedentaiie betreklengen.
eene bepaalse onkbinding
van het korps Haloniale
Zee officieren, en hunne
inlrom, van de Wederland
sete carine, is daar op pouljd