Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.01, inventory number 103, page 18

Intercourse, met Engeland in den Vasten wal van Europa compleettelyk
belette, en eenige Onderneeming, omme de digitantie te eluderen
alligints gevaarvol, zoo niet inpracticabel maakte.
Det de Requistrant, inder d. gegeeven Omstandigheeden
en de hirtyds rampspoedige Staat den Vaderlands, gun andere
noch beradener kenge overig blief, dan wederom naa de WestIndien
alwaar hy une Aankomende famille had agtergelaten, te rever„
teren: in adviseerde van zyn Besluit plichtmatig aExeillentie den
Heere Minister dir Marine en Kolonien, met versoek dat by
de truggave de Kolonien aan het Hollandsch Gouvernemenlt,
een faveralel reguard op den Reqte. werdt geslagen.
De Reqte. vervolgens naar dn West Indien zynde terug ge„
kerd. is aldaar, vixbleven tot de hergchelyke Verlofsing van
ons dierbaar Vaderland, en de herstelling harer Nationale onaf
hankelykheid, wanneer zyne begurte bevindt verlevindigt zeen
of niiuw naar Curopa te begeeven, en by de lernggave van s Landes
Overteesche Begillingen, en zoo ook van de Hollandsche Antilles,
zyne Koninglyke Hoogheid den Souverdine Vorst, zyne dunst.
voer aldaar aantebieden.
De Requistrant, tot dus eerre zijn oogmerk hebbende be„
reikt entans in de Residintie porsonuel zijnde tiegenwoordig„
2
numt dierhalven di eriheid zich tot zyn Excellentie den Heere
Menistie te winden, mit gepaste Cerbied verzoekende, dat het
zyne Excillentie moge behagen: ( na bevinding van het hiervorngea„
vanteerde; den Requistrant aan den gederberdigden Souviraine
Vorst voorledragen, omme by de lans ofhanden zynde Ergunisa
=tie den Holonien op d Eijlanden Nlustatius in St. Marten
in zyne vorige Betrekkeng te worden gereintigueerd, mitsgaders,
Cdat
dat int considiratie van zyne Ambteloorheid gedurende ruim
het dinhin geleiden geduemdi
Gravinhagi den 29. Novembu r614
Hoo, Echt Gerbreng, Hur.
De ilwillendheid eaamde s Hlss.
aan myn oirzack hett willen defreren mitmy Asttajestr.
villvrmagende prolictie te belooven, heeft mij aangemaedi,d
te gelyktydig met de overgave van het Nevensgaande Request
UrloogEdesert. kortilyks nade te expliciren de gronden
stanop het daarby gedaan verzock, zich basaerdo.
De betrikking van Boekhouder Gene„
daal diering op St. Martis. Sedert 1807. waargenomen,
werdt dooo my dertijds aanvaard, daar het my onde de Cirite
Ambtinaren rangschickte in op den wig van Verder Avanciment
bragt; in dege bevordering voldud dus eeniglyk aan myne
Ambitue zonder dat myn privnnt belang daarby cini„
soordeel had, daar het Aspoinctement, ulft niet
evenzeig was aan hit geen ik te vooren als Vurticuliu
secrissaris der Gouvenniurs in Commis van In in ditklarin
genoot. e De ontdereckinheid van fadoa over infatialyk
lestaan, unsgsints roeunkomslig myn dang zal, vertrouwe
ik geen vertoog behoeven dan Sechts de verseckering, dat
alle noodwindighuden waaronder die der uistis bechoefte
4 a bootCe. Meci du Nortin dan in het Vaderland. Han„
dogen rost, welke doorlen aard harer werkg aamhidens
guen andrre Ceunpatu pumitterd, als bevattinda de
gihale.