Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.11.14, inventarisnummer 496, pagina 438

Zoo Was hij Comparant dan nu ^ vrijheijd neemende ter Kennisse
Van de Heeren inlaaders der Zuijkeren te brengen, en
Dat aan de Reesp: Heeren inladers niet onbekent Zal Zijn
dat wanneer de Zuijker Eenige maanden in de Vaatenstaen
al is het ook zelfs op plantagie alwaar de Vaaten niet Ver„
werkt of verrolt, worden, dat dog de Zuijker in de Vaa„
ten Laveert, vermindert en de vaaten wan worden, En dus
Voor hunne afscheeping opgevuld behoorde te worden, ge„
lijk altijdgeschied en gebruijkelijk is, en
Nbu is aan de respective Heeren Jnlaaders van Zuijker
bekent, dat er Zuijker in Zijn Companants onderheb„
bendSchip is geweest al Circa over de agtien maanden,
de Eene wat Langertijd en de andere wat Voorter tijd
Welke Zuijker, de Eene werk meerder de andere minder
waaren gelaseert en uijtgelekt Zodanig dat veele wel
de, helfte manqueerde, of wan waaren, en
En terwijl nu Zulke vaten geene behoorlijke en Vaste Stu„
wagie in Zijn Comparants voornoemd Schip Kan gegeeven
worden, Zoo is hij Comparant aan respective Heeren
enlaaders vreendelijk verzoekende, omme aan hem te
permitteere, de in voege voorschreeve gelaseerde Vaaten
Zuijker weederom aan te vullen met Zuijker van een
ende Zelfde merken, en die Leedig worden door de Heeren
inlaaders met andere volle Vaaten in plaatse van de Ledi„
„ge te vervullen, om dus de Cognossementen voltallig te
houden, ofte wel anders dat hij Comparant de overblijven„
de Leedige vaaten bij malkander Zal slaan en bewaaren
ten Eijnde Zig met de Ledige vaaten of schooven na dato te
Kunnen verantwoorden, —
Dat het niet mogelijk is omme de Vaaten Zuijker zoo als Zigt
thans Zijn bevindende door het verwerken en verrollen, waar
door de Zuyker in de vaaten is Los geraakt, Jn zijn
Schip Zoo te houden, alzoo geene teegenstand in de Vaate„
zijnde, om Vier a Vijff vaaten hoog te dragen, die opmal„
„Kander)