Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.11.14, inventarisnummer 30, pagina 122

100
Kost gront, welke water Loosing, van gemelde gront, moet
door mijn Hluijs geschieden, tot tijd en wijlen, deselve
in staat zijn, om selve Een kooker tot haare Loosing te
Laeten maken, nog is mijn Wille en begeerte, dat op=
gemelde gront, ten koste van den gemeene boedel gemaekt
Zal Werden, Een huijsvie van dertigh voeten Lang, met voor
en Aghter galderij van Bolletrij, of Beylhoute Posten, met
mataggene Cingels gedeckt, en Planke Omslaagen als
Meede Een Neeger huijs, voor Tien Stuks slaeven / —
Neuw nogh ten Laasten, soo Legateere, aen gemelde
mulatie kinderen Ses man neegers, en Vier wijven, om
genoemde gront te bewerke, over welk de Sorg aen mijne
Exeecuteuren & voogde aanbeveelen, en genoemde Tien stuks
slaeven Sullen moeten gekogt werden, uijt het Eerste schip
dat er met slaaven alhier na mijn overleijde komt te arri„
=veeren, Zullende bij overleijden, van Een ofte van Beijden
voor deszelver mondige Jaeren, off geaprobeerde staaten,
de voorgemelde Somma van Twee duijzent guldens, voor ijder
als meede het verdere Gelegateerde gront en Slaven &=a
Weeder om aen myne hier na te noemen Erffgenaemen,
de volderen ter wyl de alhier nae te noemen Exeecuteuren
ook teffens de voogden zullen zijn, over de voornoemde Mulatten
—
meijssies
—
„Nogh ontslack Testateur, na mijn dood, mijne Twee
Slavinnen, genaemt Grietje, de moeder van voornoemde
Twee kinderen, met haare groot moeder genaamt Cassaul„
„uyt aanmerkinge van haare getrouwe dienste, uyt de
Slaverneij, en beschenke haar met den Edelen Schat der
Vrijheijd, met versoek en Last aan mijn hier naar te noemen
Exeecuteuren, als vooren, om haar de brieven van vrijdom to
doen Erlangen, Wyders aen yder behoorlyke Rouw met
mijn