Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.03, inventarisnummer 2, pagina 9

Present d’ Heeren, Mercuru den
7. Maert 1685.
Bovgel. E P:
Sijn geresumeert de Notulen
Pautin
den 14. der voorlede maent
Godin.
gehouden, en naer voor„
Van Hulten.
gaende omvrage geappro„
beert.
Ontfangen een missive
vanden Ontfanger Wille„
bord danielsz: geschreven
in Suriname den 18. Octob
des voorleden Jaers 1684.
gecomen over Yrlandt
uijt het aldaer veronge„
luckte scheepie de Harder
Capitijn Jan Tack, hou„
vende addvis ende onderan„
deren dat den heere van
sommelsdijck denselven ge„
ordonneert hadde de heeren
deser Tafel te informeren
dat met Capitijn Tide Cluijt
d9
van
nu laest vertrocken
was sonder paspoort du„
ard Davids Engelsman
sijnde een timmerman en
een vande Zee Rovers die
aldaer gecondemneert was
geweest thien Jaren ten
dienste vanden Cande te
blijven, ende dewijle
het meermalen quame te
gebeuren dat de schipper
ofte matrosen eenighe
personen op hun vertreck
van daer inderselver
schopen quamen te ver„
bergen, welgemelten
heere van Sommelsdijck
versoeckende was dat 'bij
de keeren deser Tafel daer
Jegens de nodige voorsie
ninge soude mogen werden
gedaen, Waer op gedelibe„
reert sijnde Js goetgevon„
den Ende verstaen dat
men van nu voortaen
inde Actens Obligatoir en
Cautie dewelcke de Reders
En Capitinen vande
schopen gedestineert
naer de Colonie van
—
suriname gehouden
sijn ten behoeve vande
westJndische Comp.e te —
stellen sal doen influ„
eren dat in cas dem
Capitijn of Schipper met
sijne Kennisse Gemant
vande aldaer geconfineerde
ofte in dienst van socie„
Uijt verbonden sijnde per„
sonen sonder speciale