Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 8, pagina 64

Bij welke occasie na Voorgaande deliberatie, is goetgevonden
ende Verstaen, den Commandeur op s:t Eustatius aan te sch
ven, ende te gelasten, omme de huijsen van Laurens Isnardt, en
Pieter Biglij, ten besten doenelijk te verkopen, met bijvoeging
dat als hij Commandeur tot nogh toe voorzigh zelffs, op het hij
landt geen bequaame Wooningh heeft kunnen vinden, hij
als dan een van de voorsz twee huijsen zal mogen gebruijken
te gelijk met den secretaris, waarvan hij in dat geval sal mo„
gen Verkiesen, ’t gunt hem sal goeddunken, best daer toe te
convinieeren
I na voorgaande deliberatie goedegevonden, ende Verstaen,
aan den predikant Anthonij Couvan op s:t Eustatius aan te sch
ven, dat deeze vergaderingh met veel bevreemding gezien heef
uijt de respective informatien, dewelke van s:t Eustatius ingeko„
men zijn, dat hij zigh niet alleen schijndt aan te kanten tegens
de nieuwe regeringh, dewelke op het voorsz: Eijlandt aangestelt
is, maar dat hij nogh boven dien in sijne gebeden laat influ„
„eeren bewoordinghen, die de gemoederen van de Opgezetinen
van s:t Eustatius tegens de Compagnie exciteeren, ende ge„
Noeghsaam te kennen geven dat de geweesen Commandeur
37.
Linderaij verongelijkt wordt, dat de voorsz: surprise van deeze
Vergaderingh nogh des te grooter is, om dat het voorsz: doen
niet te compasseeren is, met ’t gunt door hem predikant met
relatie tot den Commandeur Raecx geschreeven is, dat vervol„
gens deeze vergaderingh niet weet, wat gedaghten dezelve van
zoodanigh een predikant, aan wien nogh maar wijnigh
tijds geleden, zoo veel preuve van benevolentie getoont is,
maaken zal, immers, ende in alle gevallen dat het met zyn
Caracter niet Convenieert, zigh op diergelijke wyze te comporte
ren, dat vervolgens ook deeze vergaderingh veel redenen zoude
hebben, om daer over haar resentiment op een nadrukkelijke
wyze te toonen, maar alvorens daer toe te komen, gemeent
heeft, best te zijn, hem bij deezen te exhorteeren, om in het
toekomende met meer Voorzightigheijd te werk te gaan, ende
met alle obedientie zigh te gedragen aan de Ordres, dewelke
door deeze vergaderingh omtrent het voors. Eijlandt, noodigh
en nuttigh gevonden worden
De Heer President heeft aan de vergaderingh rapport gedaan,
dat sijn Ed benevens de verdere Heeren Gecommitteerdens, de„
welke bij resolutie van den 4 deeser, verzoght zijn geweest, om