Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.05.01.02, inventory number 8, page 61

ren, ’t welk door hem op P:s 400 wordt getaxeert, off ingeen of
met een Commissie van Commandeur van s:t Martin, gede„
dommageert te mogen werden, waerop gedelibereert zijn
de, is goetgevonden, ende verstaan, aan den Commandeur
Raeex kennisse te geeven van het verzoek van gem: Johanshi„
Lijns, met bijvoegingh, dat deeze vergaderingh daar op nogh niet
heeft kunnen resolveeren, om dat deselve in Onsekerheijdt is,
off gem: Johan Philijes nogh nader ten dienste vande Com„
pagnie geamploijeert zoude kunnen werden, dat dien Onver
mindert deze vergaderingh aanneemt, om aan gem: Philip
in alle redelijkheijdt genoege te geven, ’t zij door gelt, ’t rij
door eenigh ander avancement, ende dat bij aldien het Vice„
Commandement op s„t Martin in de voors: tusschen tijdt mog
te komen te vaceeren, dat hij Commandeur gem: Johan Philije
tot nader dispositie van deeze vergaderingh, daertoe zal hebben
te amploijeeren.
Geleesen de missivens van den Commandeur Ever handt —
Raecx, ende den secretaris Cornelis Lever, zoo door ieder in
het particulier, als met de Raaden geschrieven, ende aan de
Camer van Amsterdam geaddresseert, in datit den 15 Maert, —
39.
25 en 30 April, 6 Meij, 13 Junij, en 25 Julij deezes Jaars, —
houdende dat de secretaris Cornelis Leever, Vendumeester sijn
de op s=t Eustatius, Vermeent, dat aan hem 2 pC=t venduegels
competeert van het verkoopen vande goederen van Johannes
Lindesaij, en Laurens Isnardt, dogh dat sulks niet is goedt„
gevonden te termineeren, dan na voorgaande ordres
van deeze Vergaderingh, Waerop gedelibereert zijnde, is
goedtgevonden, ende verstaan, aan den gem: Cornelis Lever
de twee prC:to inde voors. Verkoghte goederen bij deezen te
accordeeren, ende Vervolgens den Commandeur Raecx aan te
schrijven, om den gem: Leever het effect vandien te doen
genieten.
Geleesen eene missive van Dirk Houthuijs, gevoert hebben„
de het Compagnies schip Waartwijk, nu Jongst van s:t Eusta
tius gearriveert, in dato den 15 Maart deezes Jaars, ende aan
de Camer van Amsterdam geaddresseert, houdende advis van
den toestandt van schip en Volk, Waerop gedelibereert
zijnde, is goetgevonden, ende verstaan, de voors. missive
Voor notificatie aanteneemen.
De Advocaat heeft aan de Vergaderingh gecommuniceert