Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 587, pagina 26

DB
1
51„
Ik ondergeschr: Verclaare ter Requisitie van den Wel
Ed: Aghtb: Heere den Heere Jan Gales Gouverneur
deezer ende onderhorige Eylanden &.a &:a &:a
ter Liefde vande waerheyd omme te strecken daere
Zo het behoorts
den Ondergeschr: Verelaart, zy Getuygen eergisteren
avond zijnde woentdag den 28 deeser savonts de Clocke
tussen 9 & tien uuren, geleeten te hebben inde Galderij
ten duyze van myn dogter de huijsvrouw van Claes
—
Klinkert incomp: vande wed: Hansz Iansz beneven
mijn twee dogters Geertruij & Anna ende Persoonen,
Van Daniel en Gerrit Martijn, Coffydrinkende, hebbe
hooren singen, seeker Liedt gedigt op den welEd.
Aghob: Heere Gouverneur voorn:, door Verscheyde sersoo„
nen Geteeten Hebbende voor de deur van Christiaan
Holtsman, welkers Lietje den Jnhout had Luijdende
Jan Gales & Jan Cales, dien verdoemde Canaille, en
Rapaille, een boer zal hij sterven, de duijvel zal hem
Erven, die verdoemde Boer, vermengt met diverse
Laster en vloekwoorden in substantie
2:' Wierd door mijn Dogter Susanna Blom, die ten huijze
van mijn Getuijge was een slavin Getonden by myn om
te vraegen of ik getuijge wel hoorde, hoese ten huijze
van Voorn:t Holomman, den meergem: Edele Agtb: Heere
Gouverneur Scholde zuijtmaekte, waerop ik Van
Ja Liet weeten, ende weed:e Hans Jansz op ’t selfde
moment t woord op nam en seijde, (met geen quaade
Jntentie) keyk die armen bloedt, onze heer Gouverneur
aer meede meenende, legt in’t fort aparent en slaepe
t hoe hij hier wert uijtgetcholden,
waar op ik Cort daer nae met de Perzoone van Danul
t Martyn, ben Opgestaen, om naer myn huijs te Gaen
rdedeur van Christiaen Holtsman quamen en aldaer