Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Hollandarchieftoegang 1.05.01.01, inventarisnummer 8, pagina 10
Transcriptie
ons wel ter hant gecomen sijn, uwe Caengename brieven
in dato 3 april, op de welcke net int cort tot Antwoort
voegen, dat ons seer lieff te verstaen is geweeft het arrine„
ment vande 9. Schepen, en pechten, soo daer den 9. ende 11.
Meert aengecomen waeren, niet twijffelende ofte alle de
resterende sullen daer naer, van tijt tot tijt, mede wel
aengecomen sijn, met welcke te samen gevoughde macht
wij verhoopen dat uwe E op voordere Conquesten te doen
sult beginnen te dencken, ende d'exploicten vandien bij der
hant genomen hebben, daer door niet alleen het eijlant
ock
Samarijca, maer met alleen het Casteel ende Stadt Jaraijbo.
nu al bemachticht sullen wesen, waer van het hoorneme
met de seeckerheijt, vandien, uijt uwe Enaeft volgende
admisen, hoopen te vernemen, Alsmede dat uwe E eenige
vande Notabelste schepen, en jachten, (mits het wintter
Saijsoen daer is Onder het beheijt van een goet hooft
officier sullen gesonden hebben, naer de westjndien, de
welcke mogen aentreffen, onsen sienen getrouwen Adriaen
Jans. water, die met 17. soo schepen als jachten, hem den
svoorleden winter jn die Contreijen, de Stadt st Conn:
de Guiana doch bij dinwoonders in brout gesteecken) be„
machticht, geraseert, ende sich den 26. februarij met
salle de voort Schepen jnde Bakija van h:t Martha. —
ontrent 30: mijlen van Cartagena met 700. man aen
lant begeuen heeft, om de selve Stadt, en Casteel, mede
te incorporeren, niet twijffelende ofte is bij sijn Edele
geluckelyjck mede volbracht, ende om den allarm inde
westjndien, noch meer te doen staen, soo sijn bij ons int
voorsaer, onder den Commandeur Banceter, gesoudden tot
seceurs vanden gemelten Admir Pater 10 Soo wel
gemonteerde schepen, als jachten, gemant, ende voorsien naer
behooren Sulcx dat daer door Bon Frederico (die met
sijnne armade. 15. Janu. jn Cartagena noch lach, ende
apparent noch langer was te leghen, door gebreck van —
prures, wijnen, Touwerck, ende andere scheeps behouften,
in dato 3 april, op de welcke net int cort tot Antwoort
voegen, dat ons seer lieff te verstaen is geweeft het arrine„
ment vande 9. Schepen, en pechten, soo daer den 9. ende 11.
Meert aengecomen waeren, niet twijffelende ofte alle de
resterende sullen daer naer, van tijt tot tijt, mede wel
aengecomen sijn, met welcke te samen gevoughde macht
wij verhoopen dat uwe E op voordere Conquesten te doen
sult beginnen te dencken, ende d'exploicten vandien bij der
hant genomen hebben, daer door niet alleen het eijlant
ock
Samarijca, maer met alleen het Casteel ende Stadt Jaraijbo.
nu al bemachticht sullen wesen, waer van het hoorneme
met de seeckerheijt, vandien, uijt uwe Enaeft volgende
admisen, hoopen te vernemen, Alsmede dat uwe E eenige
vande Notabelste schepen, en jachten, (mits het wintter
Saijsoen daer is Onder het beheijt van een goet hooft
officier sullen gesonden hebben, naer de westjndien, de
welcke mogen aentreffen, onsen sienen getrouwen Adriaen
Jans. water, die met 17. soo schepen als jachten, hem den
svoorleden winter jn die Contreijen, de Stadt st Conn:
de Guiana doch bij dinwoonders in brout gesteecken) be„
machticht, geraseert, ende sich den 26. februarij met
salle de voort Schepen jnde Bakija van h:t Martha. —
ontrent 30: mijlen van Cartagena met 700. man aen
lant begeuen heeft, om de selve Stadt, en Casteel, mede
te incorporeren, niet twijffelende ofte is bij sijn Edele
geluckelyjck mede volbracht, ende om den allarm inde
westjndien, noch meer te doen staen, soo sijn bij ons int
voorsaer, onder den Commandeur Banceter, gesoudden tot
seceurs vanden gemelten Admir Pater 10 Soo wel
gemonteerde schepen, als jachten, gemant, ende voorsien naer
behooren Sulcx dat daer door Bon Frederico (die met
sijnne armade. 15. Janu. jn Cartagena noch lach, ende
apparent noch langer was te leghen, door gebreck van —
prures, wijnen, Touwerck, ende andere scheeps behouften,
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.05.01.01, Inventaris van het archief van de Oude West-Indische Compagnie (Oude WIC), 1621-1674 (1711), inventarisnummer 8, 1629 juli 30 - 1642 april 18.
Scan
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.