Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8138, pagina 75

63
Logie op Batchian te gaan bezigti„
komt ook niets
verder ongegronde aanmerken
in voorsz brieff
Een welgepast antwoord, daar op
aan dien vorste toegesonden
Zuivering van den Heer Munnik
koning zijn E: ten Laste gelegden
aantoning van sConings onge„
„gronde aanmerkingen
met 'er woonte Laboea te zullen nederzetten maar zegt eene„
„lijk in tegenwoordigheit van den toenmaligen Heer gouverneur
Breton, en van den gouverneur Munnik gezegt te hebben,
en segt Eenlijk geregt te hebben omde dat hij op Batchian komende de Compagnies Logie aldaar
zoude gaan besigtigen; met bij voeging dat hij de goudgevende
plaats Kasiroeta niet konde verlaten; ook tragt die vorst
zig wegens het aanhouden der Cerammers, tegens zyn gegeven
^door
van de versending der Cerammerswoord en belofte aan vergezogte en zeer frivole excusen
te verschoonen; en bestaat de verdere inhoud deser missive,
na onder gewoonte, meerendeels in ongegronde aanmerkin„
„gen en witterijen over de hem toegezondene reekening Courant,
die wij ter vermijding van lang wijligheden niet verder zullen
aanroeren, als g'insereert zijnde ter resolutie van den 13:'
Maart Jongstleden.
Op den 4: April hujus anni heeft men den koning
van Batchian een behoorlijk en wel gepast antwoord op
desen brief toegesonden, en duidelyk aangetoont, dat zijne
eigen missiven hem zouden kunnen overtuigen, van
zijn gegeven woord in het weg zenden der Cerammers niet
te hebben gehouden; ook zuivert de afgaande Gouverneur
over het door meerm: Batchian Munnik zig daar bij van 's konings beschuldiging op
eene wijse die alle onpartijdigen voldoenend moet vooko„
„men; Die daar en boven nog noteert, dat 's konings
op het en aanmerkingen over de rekening ongegrond zijn,
en vervallen zullen bij de lecture der twede rekening, die den
koning te dier tyd wierd toegesonden, met verdere aantoning,
dat de koning nooit zoude kunnen bewijsen, dat er een
vaste
„gen

„
en