Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8138, pagina 52

Schriftelijke verantwoording
van Cornelis Willemsz over de
denselven weder na Manado
Laten gaan.
die als bebomen angemerkte is wij hebben deze beschuldiging aangemarkt als verzonnen
door deze of geene van zijne benijders.
Aangesien de regent van Bwool Prins Ponto, en het
hoofd der Tombelders Marpattie, bij hun laaste aanwe„
„sen aan dit Casteel verscheidene klagten, ge-insereert
ter resolutie van den 8 Ian: I:l l=ne hebben ingebragt
tegens zekeren bootsman Cornelis Willemsz. die zedert
eenigen tijd herwaarts door de residenten is g'emploij¬
„eert geweest als gezaghebber op de Pantjalling Het
Genoegen; heeft voornoemde Cornelis willemsz. ter
vergadering van den 13 Junij daar aan zig bij eene schrifte„
„lijk verantwoording ten onzen genoegen van deze
beschuldiging der Bwolereesen va beschuldigingen gepurgeert. En vermits wij bij die
besoigne hebben aangemerkt, dat deze inlanders, door
de ingebragte klagten, insonderheit scheenen te bedoelen
om dien bootsman door dat middel van Palilla, en
uit de andere goudmijnen te houden, en dus van
hem ontslagen te werden, vermits zij altoos in vreese
waren, dat genoemde Cornelis willemsz, die alles weet
wat te Palilla en daaromstreeks omgaat, de verrigtingen
van deze zijne beschuldigers aan den resident bekent mogt
maken; zoo hebben wij op de instantie van den resident
wenthold, om desen man wederom na Manado te rug
te laten keeren, dienstig gecordeelt hem wederom derwaarts
te laaten overgaan, en in het gezag op de Pantjalling het
Genoegen te herstellen, uit consideratie dat de drie laaste
Manadose
34