Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8138, pagina 51

39
malelijan aan.
„ting gestelt.
denselven onderhouden over ne„
„venstaande beschuldiging
Allexander Hoewan, wegens des laastgemeldens praetentie
op de landstreek Maleleian, die zig deswegens klagenderwijse
onder het voorig ministerie aan dezen raad had geaddresseert, even
eens als of de Bantikkers die landstreek ten onregten in bezit
tomd sijn regts op het Eijland hadden genomen; daar genoemde Hoecum Makkal ons
integendeel den eigendom en het regt der Bantikkers, opge„
„noemd land Malelcian zoo satisfactoir heeft aangetoont,
dat wij dieswegens ter voorkoming van alle verdere disputen
hebben goedgevonden om te resilieeren van het besluit,
dat ter samenkomst van den 21: December anni praeteriti
over dit verschil was genomen ten faveure van meermelden
oud Hoecum Ildewan, de Bantikkers daar en tegen
hem in syjn regtmatige bezit, bij desen stellende in hunne regtmatige bezitting van de
landstreek Maleleian, zijnde ter laastgenoemde sessie nog
verstaan, om meergemeld Manados dorpshoofd Alexander
Hloewan zoo wel te ordonneeren, zig zonder verdere oppo„
sitie aan dit besluit te gedragen, als om de agt Bantikken,
die hij tegens alle regt en reden aanhoud, wederom aan
hunne Hoecums overteleveren. Bij deze gelegentheit wierd
gemelde Makkal mede nauwkeurig ondervraagt over
de hem, bij Manadose brief vanden „ te last gelegde be„
„schuldiging, dat hij met de Boelangse Rijksgroten zoude
hebben zamengespannen, om den aangestelden Regent
van Boelang en Mogondo niet te erkennen, dog dese
man van wien den gewesen resident Seidelman
een seer goed getuigenis geeft, heeft zig daar van
tot genoegen van alle de roodsleden gezuivert, en
wij
n