Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4271, pagina 10

Mcret=s
genoomene Conclusie persisteeren,
het gunt den ged=e voor duplicq
by antwoord meede quam te doen.
oversulx voor de kost scheepsdienst doen
de naar het Vadeland versonden werden,
met Condemnatie in de kosten, mitsgaders
afschreijving, syner gagie, seedert den dag
sijne detectie en ontsegging van den
verderen Eijsch van den hee Officier
/onderstond/
pra
Jn't Casteel de goede hoop, die et anno, ut
lager/ my present /is geteekent/ C:s L Neethling
Donderdag den 2 April 1772.
's voormiddags alle praesent, exceptis de
Heeren Hendrik van Prehn en Oloff
Marthini Bergh, mitsg=s d' E. Joh=s
Henricus Blankenberg, soo bij occupatie
als indispositie, assumptis de drie burger
laaden.
den regt. qq: in steede van eene Den Burger Christiaan
antwoord dient van eene soo gen=de
frederik Matthes als
repraesentatie en beede, en ver„
soekt in dies fine, dat syne pp: generaale gemagtigde van
huijsvrouw van den Landt
onschuld omtrent het ten haaren
lasten gelegde delict, maar ook Daniel Lombaard reg=t
om de insuffisantheijd en Contra
Contra
dictien der getuijgen, van eene
G
pecunieele amende mogte we Den Landdrost des districts
den bevreijd. —
Swellendam S„r Joachim
den Ondercoopman en adjunct
fiscaal J=r Oloff Godlob, de Wet frederik Mentz gereg=de
als generaale gemagtigde van omme op desselfs sub 6:
den gereq=de voor replicq segt: dat
het voortgebragte der ged=te niets als Februarij in geleeverden
uijtvlugten waaren en de bij Eijsch Eijsch te sien dienen van
overgelegde stucken wel klaarlijk
antwoord.
aantoonden, dat het gedoente
der ged=e ten regten eene opsettelijke mishandelinge geweest was,
niet alleen uijt aanmerking van
haaren nooddrufligen staat en
hebbende den 99 ged thans regt, meede van verdere productie ge„
renuntieerd, sig refereerende aan sijne overgeleeverde repraesentatie
blijft oversulx bij Eysch ende Conclusie persisteeren, renuntieerd
voorts van verder productien en versogt regt.
Den raad houd deese zaake in advijs
tot dat de overgeleeverde stucken bij de
leeden geleesen zijn sullen.
/oude stond/
Jn 't Casteel de goede hoop datum ut supra /lage
Mij praesent /was geteekent/ C: L: Neethling secret:s
1772.
Donderdag den 4 Junij
's voor de middags praesent den Coopman
de heer Pieter Hacker en alle de Leeden„
dem pris den Heer Majoor Hendrik van
Frehn, mitsgad=s d' GE=s Tobias Christiaan
Ronnenkamp en Johs Henricus
Blanckenberg, by indispositie, assump
tis de drie burger raaden.
schriftelijken, Crimineelen Eysch, bosch en Drakensteijn
gestekt met drie bijlagen, en geg= S Lucas Sigismundus
Faber, nom: officie Eyss
Contra:
den dood niet verdient te hebben. Den slaaf Ianuarij van
Bengalen, Leijflijgen van
den Landt Johannes
Esterhuijser, thans 's
heeren gev=n en ged:, omme
in Cas van gedaane quet
sing en g'intenteerde
wurging aan syn lyfheer
Elsje Batha, gesepareerde den ex officio Eyssr exhibeert een Den Landdrost van stellen
den ged=e het een en ander hebben
de hooren leesen, voor antwoord segt
van L„a A tot C: en sConcludeert ad
en ex officio Eijss=r blyft bij sijne
blijft
Eijsch
10
en beede.
Mortem.
11.