Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland
Summary (also from the previous page)
On January 29, ships departed from Batavia under Commander W. Kemp on the ship Waterland, along with vessels Eenhoorn, Schoondijke, Ridderschap, Waalstroom, and Voetboog. They sailed until reaching 5 miles from Cape Falso on April 29, where they encountered a severe storm. On May 1, strong winds forced some ships to seek shelter in Saldanha Bay.
The Eenhoorn, Schoondijke, and Waalstroom were initially lost from the group. The Eenhoorn and Schoondijke later arrived at Saldanha Bay on May 18, after enduring storms and contrary winds that had left most of their crews sick.
The ships in Saldanha Bay could not obtain fresh water, firewood, or food supplies. Relief vessels were sent with provisions, including the Zwarte Leeuw loaded with firewood and fresh water. Commander Willem Kemp made four attempts to sail to Table Bay but was prevented by adverse winds or calm conditions.
The situation became concerning as the season progressed. The Waalstroom and Mijdrigt remained missing, while other ships were scattered between Saldanha Bay and Table Bay. The Waterland had lost its bowsprit, and as of May 18, none of the ships in Saldanha Bay had begun preparations for their onward journey due to persistent easterly winds and bitter cold that lasted up to 12 days at a time.
Transcription
mede met brandhout en versch water beladen, en da
bij Onse schrivtelijke Ordre van tijd nog gelegend her
voor bij te laten gaan, om haar Anker te ligten, en don
alle bedenkelijke middelen te tragten op 't Spoedigste
in dese Tafelbhaij te komen, en in geval enige Schepen
volgens haar voorgeven, wegens alte veel sieken
Onmagtig mogten zijn om 't Zeil te konnen gaan,
so gemagtigden wij den Commandeur Willem Kem¬
it wolsk an
om sig in dat geval van ^ uwer Ed: Ho: Agtb: schip
de swarte Leeuw te konnen dienen, en 't selven ten fin
voorsz: daar van te mogen ligten, en hoewel op ge¬
melde Commandeur te meer malen onder heil, Ja
Vier reisen alter Bhaij uijt en in Volle Zee was ge¬
kweest, om met sijn onder hebbende schepen herward
vSilveind
te koomen, so is hem egter 't elkens door tegen wind of sti
't selve belet, dier halven wij in geen kleine verlegend he
geraakten, gemerkt hoe seer de tijd van 't Jaar begost
te verlopen, en hoe weinig 't met Uwer Ed: Ho: Agtb=
verwagting en Ordres over een soude komen, in dien
haar Retour vloot dus laat van de Caab kwamte ver
„trekken Zijnde de schepen Walstroom en Mijdrigt
nog vermist, en d ' andere verstroijd, ten deele in de Sal¬
„daigne Bhaij en ten deele in de Tafel Braij ten Anker
leggende, en volgens schrijven van meergem: E Com¬
„mandeur Kemp 't schip waaterland sonder boegspriet
Zijnde daar en boven den 18 Maij nog bij geen van alle
de schepen dewelke onder sijn vlag gehoorden, en ter
saldaigne Bhaij bij hem lagen, iets bij der hand genomen„
om deselve tot sulk een swaaren reis bekwaam te
maken; werdende telkens door Gods weder en wind
belet, en hebben wij 't onser leedwesen en ten verwon¬
„dering van allen bevonden dat in 't midden van 't N„
dee. Saisoen en ten tijde als't selve in voorige Jaren
in sijn volle kragt plagt te wesen, 't hans de 3, O=te
winden niet minfel dan langduurig en wel twalv
dagen an een stuk met bittere koude gewaijd hebben,
waar door eerst de Bataviase howel als de Ceijlon¬
„se schepen van Malkanderen verstroijd 't eene voor
en 't andere naar gelijk gesegt is, hier en in de Zaldaijge
„ne Bhaij haven gekosen hebben; en geduurig met
„trekken
Weinig
M
98
101
bij Onse schrivtelijke Ordre van tijd nog gelegend her
voor bij te laten gaan, om haar Anker te ligten, en don
alle bedenkelijke middelen te tragten op 't Spoedigste
in dese Tafelbhaij te komen, en in geval enige Schepen
volgens haar voorgeven, wegens alte veel sieken
Onmagtig mogten zijn om 't Zeil te konnen gaan,
so gemagtigden wij den Commandeur Willem Kem¬
it wolsk an
om sig in dat geval van ^ uwer Ed: Ho: Agtb: schip
de swarte Leeuw te konnen dienen, en 't selven ten fin
voorsz: daar van te mogen ligten, en hoewel op ge¬
melde Commandeur te meer malen onder heil, Ja
Vier reisen alter Bhaij uijt en in Volle Zee was ge¬
kweest, om met sijn onder hebbende schepen herward
vSilveind
te koomen, so is hem egter 't elkens door tegen wind of sti
't selve belet, dier halven wij in geen kleine verlegend he
geraakten, gemerkt hoe seer de tijd van 't Jaar begost
te verlopen, en hoe weinig 't met Uwer Ed: Ho: Agtb=
verwagting en Ordres over een soude komen, in dien
haar Retour vloot dus laat van de Caab kwamte ver
„trekken Zijnde de schepen Walstroom en Mijdrigt
nog vermist, en d ' andere verstroijd, ten deele in de Sal¬
„daigne Bhaij en ten deele in de Tafel Braij ten Anker
leggende, en volgens schrijven van meergem: E Com¬
„mandeur Kemp 't schip waaterland sonder boegspriet
Zijnde daar en boven den 18 Maij nog bij geen van alle
de schepen dewelke onder sijn vlag gehoorden, en ter
saldaigne Bhaij bij hem lagen, iets bij der hand genomen„
om deselve tot sulk een swaaren reis bekwaam te
maken; werdende telkens door Gods weder en wind
belet, en hebben wij 't onser leedwesen en ten verwon¬
„dering van allen bevonden dat in 't midden van 't N„
dee. Saisoen en ten tijde als't selve in voorige Jaren
in sijn volle kragt plagt te wesen, 't hans de 3, O=te
winden niet minfel dan langduurig en wel twalv
dagen an een stuk met bittere koude gewaijd hebben,
waar door eerst de Bataviase howel als de Ceijlon¬
„se schepen van Malkanderen verstroijd 't eene voor
en 't andere naar gelijk gesegt is, hier en in de Zaldaijge
„ne Bhaij haven gekosen hebben; en geduurig met
„trekken
Weinig
M
98
101
Source citation
National Archives / Archives South Holland, archive number 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventory number 4030, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Kaap de Goede Hoop en Mauritius aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam. Gedeeltelijk met inhoudsopgaven, 1692 - 1693 [1693]. Eerste deel
Scan + Transcription
Click on the image to enlarge it and see the transcription next to it
Artificial Intelligence (AI)
The transcription was made by computer via automatic handwriting recognition.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.