Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 2968, pagina 22



Gebruik tekstcoördinaten

Transcriptie

Van Gamron den 1e. Maij 1759.
Van Gamron den 1e. meij 1759
ter speculatie van Uw hoog Ed. s in brenger deeses afgelaaden.
Jn onsen laatsten humble was vervat ons Onderdanig versoek
wegens den verkoop der Juweelen het welk wij vertrouwen, dat
door Uw hoog Ed.:s gunstiglijk zal rijv g'accordeert; garen teffens
ons onvermogen te kennen, dat buijten staat waaren ter in Cassa
telling van so een aansienelijke somma in verwagtwg dat uw
hoog Ed: s de waare oorsaak daar van te weeten niet zal mishagen
zal 't volgende tot een klaar bewijs verstrekken. —
met de komst van den eersten Teekenaar deeses wierden door vijnen
Voorzaat den Jpperk van schoonderwaert na gedaan Transport
de sleutels der Pakhuijzen ter hand gesteld, t welk dan ook voor
so verre het hem te dier tijd toescheen seer reedelijk was, en vanden
ons gevolgelijk dan ook verpligt de makelaars wanneer om Goederen
quamen vragen deselve te genieven, navolgende de hier in gebruijk eijnde
Cortume, om vervolgens na verloop van tyd met haar lieden af„ te
reekenen, en de Penn:e in Cassa te doen tellen, als in 't geheel geen
agterdogt hebbende dat er een slang onder 't gras verborgen lag,
door dien die Cortoirs nog een aansienelijke somma bij organ
Voorraat ten agteren waaren, en nu door haar nieuw Crediet wel
spoedig redres in haren voorn. Debent te weeg bragten, door dien de
Penn. die aan Oro hadden behoren verantwoord te worden, aan den
Opperk: van schoonderwoert zijn toegeveteld, en bij gevolg sijn
Ed. gelegendheyd hebben gegeeven, schaadeloos van hier te vertrekken
na welker tyd men met haar lieden verreekenende, en teffens op aller
hande manieren aanmaning doende, tot in Cassa telling der
Penn s als wanneer men begon te ontwaaren, dat 't sig in alles hadde
toe gedragen, als boven is gesegt, betrijgende vij niet vermogende
te sijn, om de Vierde part te vergoeden, 't welk dan bij ons geen
kleijne verleegendheijd baarde, te meer wijl knabbendijk te
dier tyd van karreak verwagt wierd, die men met roeg niet
„wel konde laten vertrekken, sonder daar iets in af te steeken
so vijn wij in die Neetelige onstandigheeden, wilden wij d' E. Comp. n
buijten schaden houden, wel verpligt geweest, door dien zij lieden
Verklaarden nooijt als weder op so een wijse te sullen kunnen
betaalen, om haar liedens gemaakt hand en zilver tot versekoning
in Landt te neemen, onder Conditie om daar op so veel te Negotieeren
als immers mogelijk was, maar daar in meede niet kunnende
schrap raken, habben vij Ons voorgedragen 't selve te doen smeeten.
gelijk vij voor desen meermaal hebben genoodzaakt geweest
te doen, het welk wij dan ook hebben g'effectueerd, en waar
van de stukken te dien tijd tot Uw hoog Eds overgegaan klare
getuijgenis hebben gedragen. —
getagttnen sawel van hiet doer van t zaake van t deesen te oraat lan
en min Onderk. van der Wal aan d' Ed: schoonderwaert niets
ten agteren waaren, en van haar lieden, in die drie Jaaren immers
niets is afgepenst, of ook geen Banqueratten van Naam haar sijn
wedervaren, so is 't antwoord dat haare Dienaars Jssordas en Duar„
„kandas op wien vij alles hebben laaten berusten, sig te verre met Bus.
„kens hebben ingelaaten en vertrouwt, en dat door die haar bedrijf
de Penn: sijn geconsumeerd, 't welk de ondervinding in 't vervolg
dan ook maar al te wel heeft doen sien, dat vijlieden de opregte
Waarheijd hebben gesegt, gelijk ook op verre na niet wijs genoeg
sijn, om sig voor intriques van zoeken aard te dekken, en schoon
dit nu een gedaane zaak is, so heeft ondertusschen dit heij me„
„lijk en hatelijk gedoente de Oopzaak geweest van de onbeschrij„
„velijkste moeijelijkheedens en belemmeringen tot den eijnde toe
Wie nu deesen Brfkens is, en wat en wie hem gelegendheyd
heeft gegeeven, om met 't geld der makelaars van d' EComp. n in
diervoegen om te springen, zullen uw Hoog Ed. s der behagende needer
kunnen bedogen in den afgegaane Brief de datis 8 feb: 1753. door
den Resident schoonderwaert aan Uw hoog Ed:s gerigt gelijk meede
uijt 't allesints jngste antwoord daar op vervat in de Batavi„
„asche missive den 21 Julij 1753. daaraan en aan welke gerespec¬„
„teerde letteren, wij versoeken ter bekortinge deses, ons in allen
Eerbied te mogen gedragen, en moeten dus nog tot slat deeses onder
g'eerd believen Uwer Hoog Ed. s melden, dat, wilde wij 't Hek van
dit 't zeedert veele Jaaren voor d' EComp:n weijnig voordeel gee„
„rende, en voor uw hoog Ed: s allesints lastig Comptoir be„
„hoorlijk sluijten, wel sijn ganoodzaakt geweest door zulk
een
in

GLOBALISE

Bronvermelding

Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 2968, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1760. Negenentwintigste boek: Batavia's ingekomen brievenboek, deel VII: Perzië, Kareek, Kaap de Goede Hoop, Java's Oostkust, Cheribon, Bantam



Ga naar de volgende pagina (23)  Ga naar de vorige pagina (21) Nieuwe zoekopdracht

Scan + Transcriptie


Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien

Kunstmatige intelligentie (AI)

De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/