Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 2100, pagina 760

67.
Van Siam onder dato ult:o november Ao 1728 —
d' resident beneeden komende vraagd watter
aan scheelde, datse Iacob niet hetoden gevat„
zij zeggen dat hij hem niet heeft willen
laaten vatten waar op den resident zeij het is
goed ik sal hem dan wel krijgen walraad siende
dat het ernst was komt bij den resident maakt
een slaauw excuijs wegens dit voorval en versoekt
met een voor jacob perdon waar op den resident
zeijde het is wel siet toe en laat sulx niet
meer gebeuren Jacob komt des avonds weer
bij walraad, en maakt hem bekent dat na
de stad wilde vlugten en aande regeering zijn
beklag doen dat dat door den resident mishan„
del„t was, en ook tekennen zou dat in vol„
„gers de hier voor aangetogene geschriften
van walraad opgesteld, een groote died en
een bedrieger was, en dat hij walraad tot getuij„
„gen zouw melden dit zeggen stond walraad
zoo wel aan dat hij teegens hem zeijde, nooijt
geloofd te hebben dat hij soo veel verstand besat,
ook dat hij daar door bij d' EComp: een grote eer
zouw inleggen wanneer hij volgens zijn zeggen
deed daar wierd dan op het goed simes een seus„
„tig gedronken, en teegen den morgen stond
delogie uijt nadestad siet eens waar een mens
van kleen begrip goed vertrouwen en ligt geloo„
vigheijt kan gebragt werden, den resident
Van Siam onder dato ult:o november ao 1728 —
de weet bekomen hebbende door een geschrift
onder N„o 9. dat Iacob na de stad was segt liet
teegens walraaden met een, dat niet anders ge„
loofde ofhij was stapel gek en daarom het best
dagt teweesen, maar telaaten loopen tot dat betere
sinnen had gekreegen, als wanneer dan wel weer
zouw konnen met een daar bij voegende, wat dunk„
„ter uw van walraad segt ja seekerlijk sal hij wel
weer komen, als hij bedaart is, door dit seggen beelde
den resident zig in dat walraad in het minst
met jacob niet uijtstaande had te meer soo
alhiet evengenoemde geschrift door een matt:
mij had gesonden, en gesegd dat het van Jacob
quam en qualijk besteld was geworden, en
oathij met dien schelm geen doen wilde
hebben ondertusschen was dit al een bestoken
werkje om geen quaad agterdogt van hem te krij„
„gen en alsoo vrijelijk zijn personagie te speelen
des anderen daags 's morgens zend hij een brief
aan Jacob en alexander Europees /:zijnde een
man welke alhier door de regeering werd vast
gehouden:/ om deselvige door haar in't siams
op het best doenlijkste wijse te translateeren en
aan de regeering uijt sijnen naam presenteeren
encontinueert daar met soo drie daagen op
welke laaste twee gesonden heeft, de regeering
niet weetende wat te doen ordonneeren de oude
D:
en.