Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland
Transcription
6.
van Sumatras W:t Cust Den 2. april 1720. —
men.
besending naer
keren aldaer be„
vredigt.
de hiernevens
werden den
haer gerust.
enmen sal
continueeren
agt geven. —
jallang Jndraman
te voegen. —
en menheeft heeft alhier sedert een vrij grooter getal
sedert de nego„ Cooplieden dan vante vooren gehadt
tie all toegens dienvolgens ook merckelijk meer
Coopmansz: vertiert en meergoudt
ingesamelt, t welck doet ervaren
dat de voors: oneenigheden derodra„
negotie seer nadelig sijn.
de besending die onder den panglima van
songij pattij gedaen sillida volgens het ter nederstaende
invoors: onse submisen briev naar
is van gewenst songij pattij is gedaen, heeft eengewenst
als sijnde de volcgevolgh gehad, als sijnde, die volckeren
door den gem: panglima en bij gehad heb„
bende verdere jnlandse grooten uijt de
sapoelouboeabandaers bevredigt, gelijk
omstandig consteert bij twee brieven
door de residenten ten comtoire Chinco
als naderblijkt in datis 2. en 21. xber: laestleden herwts
gesz: en het padangsdagregister onder
den 23. der gemelte maent, waerinne
geinsereert staen de translaten van
twee brieven soo doorden voorm: pan„
glima, als de hoofden van songij pa„
gou aen ons gesz:, en de voorm: bevredi„
gingh behelsende. —
vande pauwers verneemt men geene
de pauwershoude nadere bewegingen dan dewijle sij on„
langs hare padij hebben ingesameld
salmen in't korten ervaren of sij
gesint sijn hare laetste beloften
natekomen, alsoo die volckeren soo
wel, als meest alle de andere Langs dese
op haer gedrag Cust, selden ietwes van belangen
gevolgh ondernemen, dan naer haren
oegst en met levensmiddelen voorsien
te wesen; Jntusschen sullen wij Con„
tinueeren agt geven op haer gedrag en
gedoente, mitsgrs: soo haer het weder
't sal toelaten een nader visite op
haer Land latendoen. —
agtervolgens het mede aengehaelde in
uijtgang en pant voormelte onse Laetsten briev sijn de
de ter bekruijm n chaloep den uijtgangh en pantchal„
sing om de noordlangh Jndramaeijoe op den 12. decemb:
jongstleden om de noord ter bekruijssinge
enden resid:t
bert geworden gesonden, en is bij die occagie den resid„t
baros gequalif
om den radja ab„
daer een lijfwagt tot baros gelast, den radja aldaer indien
van boeginese toe denselven daerom nader versogt en hij
gesonden.—
resident
van Sumatras W:t Cust Den 2. april 1720. —
men.
besending naer
keren aldaer be„
vredigt.
de hiernevens
werden den
haer gerust.
enmen sal
continueeren
agt geven. —
jallang Jndraman
te voegen. —
en menheeft heeft alhier sedert een vrij grooter getal
sedert de nego„ Cooplieden dan vante vooren gehadt
tie all toegens dienvolgens ook merckelijk meer
Coopmansz: vertiert en meergoudt
ingesamelt, t welck doet ervaren
dat de voors: oneenigheden derodra„
negotie seer nadelig sijn.
de besending die onder den panglima van
songij pattij gedaen sillida volgens het ter nederstaende
invoors: onse submisen briev naar
is van gewenst songij pattij is gedaen, heeft eengewenst
als sijnde de volcgevolgh gehad, als sijnde, die volckeren
door den gem: panglima en bij gehad heb„
bende verdere jnlandse grooten uijt de
sapoelouboeabandaers bevredigt, gelijk
omstandig consteert bij twee brieven
door de residenten ten comtoire Chinco
als naderblijkt in datis 2. en 21. xber: laestleden herwts
gesz: en het padangsdagregister onder
den 23. der gemelte maent, waerinne
geinsereert staen de translaten van
twee brieven soo doorden voorm: pan„
glima, als de hoofden van songij pa„
gou aen ons gesz:, en de voorm: bevredi„
gingh behelsende. —
vande pauwers verneemt men geene
de pauwershoude nadere bewegingen dan dewijle sij on„
langs hare padij hebben ingesameld
salmen in't korten ervaren of sij
gesint sijn hare laetste beloften
natekomen, alsoo die volckeren soo
wel, als meest alle de andere Langs dese
op haer gedrag Cust, selden ietwes van belangen
gevolgh ondernemen, dan naer haren
oegst en met levensmiddelen voorsien
te wesen; Jntusschen sullen wij Con„
tinueeren agt geven op haer gedrag en
gedoente, mitsgrs: soo haer het weder
't sal toelaten een nader visite op
haer Land latendoen. —
agtervolgens het mede aengehaelde in
uijtgang en pant voormelte onse Laetsten briev sijn de
de ter bekruijm n chaloep den uijtgangh en pantchal„
sing om de noordlangh Jndramaeijoe op den 12. decemb:
jongstleden om de noord ter bekruijssinge
enden resid:t
bert geworden gesonden, en is bij die occagie den resid„t
baros gequalif
om den radja ab„
daer een lijfwagt tot baros gelast, den radja aldaer indien
van boeginese toe denselven daerom nader versogt en hij
gesonden.—
resident
Source citation
National Archives / Archives South Holland, archive number 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventory number 1946, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1721. LLLLLL. Zestiende boek: Batavia's ingekomen brievenboek, deel III: Sumatra's Westkust, Bengalen, Coromandel, Ceylon
Scan + Transcription
Click on the image to enlarge it and see the transcription next to it
Artificial Intelligence (AI)
The transcription was made by computer via automatic handwriting recognition.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.