Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1946, pagina 21

7.
Van Sumatras w:t Cust den 2. ' april 1720.
ten verwagten
hulp om nog een
negorij te gaen
door de ondersoek
gedaen tot de
plaets van
orangkaijaba
en waerdoor
magepassiren
radja swara
tereersten in
sijn opgegeven.
verdere ver
mage passir
de bekwaemwe
residentsoonedig toe tevoegen tn tegens dere„
tot het bijwoonen der expeditie die hij bellige battassen
tegens derwellige battassers van voor„
nemen was tedoen, het welck mede van dat vanden goet
een goed succes is geweest, als sijnde ons succes geweest
door den voorm: resident bij een briev
van ulto feb: daeraenges: dat de voorsz:
optogt ondernomen, en met het verlossen
van drie gevangene geluckig g'eijndigt
was, en omstandiger door radjabaros en
sijne poungoelos bij een briev welckers
translaet in't dag register onder den 29. d:o Jnlandse regen
feb: is te vinden, namentlijk dat hare vijanden een diergelijk be„
op haer aennaderen de vlugt genomen
hebbende sij hare negorij hadden doen ver„herccellen.
branden, wijders dat sij naer ses dagen
uijt sijn, terug gekomen en van voorne„
men geweest waren de negorij sibou„
louang te gaen herstellen dog dat sulx
E
tot de wederkomst van kruijspantchall:
was uijtgesteld geworden, van welck
voornemen de brieven van gem: resident
gene de minste mentie maken.
Nog consteerd bij de geciteerde briev vanden
resident tot baros, als dat hij op ons aen „ dent tot baros
schrijven, vernomenhebbende de redenen
waerdoor men ten Eerste instantie of
het laest gepasseerde Jaer verswegen had„ le.
de de twee persoonen magepassir en rad„
jasouara die volgens het ter nederge„
stelde in onse jongst submisen briev aen
uw hoog Ed„l Gestr: nader sijn opgegeven
de wettigste en bekwaemste te wesen
om den aldaer overledene poungoeloe orang plantie niet
kaija balij te succederen, hem soude sijn
berigt, sulx geschiet te wesen soodoordien
sij te dier tijdt niet inlocx, maer de Eene
op de aijerbangisen den ander tot chinool
waren, als om reden den verlooten resi„
dent antonij de rouw te dier tijd op sijn
vertrek vandaerstondt, versekerende
den gem: jegenwoordige resident wij„
ders dat ergene nadere pretendenten
dan de voorm: twee persoonen tot de sekering dat
voors: vacante plaets sijn, en mage
passir wegens sijne bedaertheijt, onder 1.
dom, en goedgedragh, de bekaemste mitsgrs
vande radjas baros en Jbrahim en de
verdere.
is. —
olvoer


100
8