Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.04.02, inventory number 1621, page 302

244.
ende twee wagten aan het wasschers voortje,
ende soo genoemde france hoegte, als seer
avantagieus geposteert, het nelij veld, aan de
noordkand gelegen, genoegsaam met hare
musquets zullen konnen bestrijken, en ten
dien op rigten het opmaken van de batterij da
wij anders sustineerden, aldaar te benodigen
voor eerst wel mogte werden verschoond, dewijl
men ten allen tijden en de nood het vereijsschende
binnen weijnig dagen die sal konnen op werpen
waar over zoo een als ander uEd=le Agtb:—
believige dispositie jn aller nedrigheijt zullen
te gemoet zien —.
Met het setten van de doorne heggen, gaat
het wat schorvoetende voort, om dat men
ondervind, nu deselve geroert werd, het maet
gedeelte dier houten vergaan te sijn, en op
veel plaatzen moeten werden vernieuwt
dog soo van de Z: W: hoek aff tot aan de
nieuw gemaakte batterij, waar van
Wegens den steen brander Tandua Lotta, heeft
ons den Chirurgijn Brunt onderrigt, dat
deselve ontkent, sijn agterstal van p=a 26. 3.
aan 't opperhooft den E Lanius zaliger te
hebben voldaan; maar geeft voor in sijn E=
leven jn mindering van sijn debet, hadde
gelevert 30000: metzelsteenen, en dat als
doen door het geweld van een Engelse dienaer
aan ongebrande steenen, brandhout &a
groote schade hadde geleden, en waar van
een opstel aan zijn E Zal„r zoude hebben
ter hand gesteld, hem dierwegen beroepende
op den Cannecappel Nareijna, jegenwoordig
omtrent 2/3 is afgeset, en de zijde van s=t
Laurens zal zijn gedaan, menen wij, de
rest beter van de hand te sullen schieten
om dat hier en daar, zoo ons als nog het
werk voorkomt, maar een verbetering
benodigt. —
omtrent
bij
mar