Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1621, pagina 303

245
bij den ontfang der kleden alhier bescheijden,
die op onse afvraging verklaart, gem: Tandur
kotta wel als leverancier te hebben gekent
dog sonder reden te konnen geven, vermits bij den
Cassier niet bescheijden geweest, off met het
overlijden van 't opperhoofft voorn: hij Rotta
in voordeel dan ten agteren gestaan; voort
hem wel bewust te zijn, dat jnde Engelse
troebelen van een dienaar van die natie eenig
schade hadde geleden, sonder al mede het
bedragende te konnen seggen, en dat daar
van een opstel aan den tolk moetawira
hadde gegeven, om aan den E Lamus zal:r
te behandigen; ons voorts onderdanig ge„
dragende aan de annexe Copie van een
briev, door gem: Brunt aan ons gesz:,
waar bij in 't vervolg aanhaald, dat
dese steenbranders zoo arm en kaal,
dat jn de logie werdende aangehouden
nodig zullen dienen onderhouden te worden
Met het afsterven van 't hooft tot Chingie
kankadachan, zijn des duans tholheffers
onlangs door des overledens volk tot
Bomepalium verjaagt, uijt hare schuijlboeken
te voorschijn gekomen, hebbende den 11 ' pass=o
haar parthij tot voorn: plaats overvallen,
en geknevelt naar bosch madoer vervoert,
alwaar se haar jn 't dorp Poetoepette een
mijl noordelijker gelegen, onthouden, als
nu de passagie geregtigheden vorderen, en
om de reijsigers veele onhebbelijkheden
waarom en om d' EComp: geen meerder —
nodeloose kosten te veroorsaken, hebben w' —
(op uEd=le Agtb: agreatie en goedvinden)
aan hem gerecommandeert, deselve inwijlen
te ontslaan, en vermits van dese schuld
niets te hopen, al mede op reecq: van voor„
jarige winstenden verliesen te mogen
afschrijven. —
waarom
m
m
bedrijven.
60
m