Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1503, pagina 115

hierom improberen wij ook het ge„
dane tentamen tot het extirperen
der gepante bomen red=s a=o 1684. —
soo verre sulx niet algeschiet mogt zijn.
en soo mede iets sonder onse ordre
in desen oversig te nemen.
en extirperen der nageltuijnen vande
Caijbobers op harouco nog niet geschiet
van onse Improbatie, alhet gene men na dato ter custe
hitou heeft laten tenteren, om aldaar met bewilliging der
inlanders (soo als men sig inbeelt) alle debomen die na het
Jaer 1684. geplant sijn, te Extirperen; en 'tgene men vervolgens
ook op d'andere comptoiren vermeende te doen, waar van UE:
ho: Ed=s in onsen Jongsten veel breder verhaal sullen vinden
gedaan te sijn, als in het nader briefje van den gouv:r en raad
k van dat wij ok versaan hebben teverbieden van 9=e octob: 1692. wy hebben dan ook goet gevonden, deselx„
tirpatie te verbieden, voor soo verre deselve nog niet onder„
nomen en volbragt sal sijn; en soo mede ten regarde van
haarlieder voornemen, om soo veele remedien te practiseren;
als men aldaar op sig salderven nemen, haarlieden aan te
schrijven dat hoe minder sulx sonder onse ordre geschiet,
hoe liever dat het ons, en haarlieden selfs aller raadt„
saamst wesen sal; moetende wegens het gebesoigneerde
wijwensten ook wel, dat het inruijlen met die van Caijbobo, aande welke men twee percelen
uijt het zagoubosch tot Louhou geven soude voor hare
nagel thuijnen, op harouco, die men dan off selfs, off
door haarl: soude laten ruineren, oit seggen, dat wij om
de redenen hier voren wegens het poinck der Extirpatien
vermelt, mitsgrs den indruk die hier uijt gecauseert
soude konnen werden inde gemoederen van hare naburen
op Harouco die overderselver vrugten altijt met die
van Caijbobo in contentie gelegen hebben, welwensten dat
het almede niet geschiet en was; gel: ook het sustenue van
den
dit
u
zij
bod
was —