archive access 1.04.02, inventory number 1470, page 17
Use text coordinates
Transcription
763 om verbrand tewerden, als 't van zijn rijs— ladinge soude sijn ontlost, en nadat het gerugt eenige dagen geloopen had zij op dese rheede meenden af te komen, zijn zij den 25=en op S„t Louijsdagh (:met meeninge dan geluckiger als anders te sullen wesen:) omtrent ten acht uijren smorgens gesien, komende digt Langs de wal met 't Jachtje mijdrecht bij haer, tot omtrent T:t thome, off een groote mijl boven ons, van waer zij onse rangh genoeghsaem konden zien, en nadat zij daer, onder het bijleggen wel een uijr hadden gepitsjaart zijn zij stoutmoedigh met een Z: W: wint op ons afgecomen, loopende de twee kleijnstex zoo hoogh, dat zij recht voor zallant quamen, afsacken, en daer na wat affhoudende quam d'eerste op zijd' van deselve tenancken, ende de alderkleijnste voorhem, dat hij van zallant nogh van geenige onsen scheepen konde beschooten werden, vande andere vier raackten drie op zijd van dit schip, en schoondijck, ende de aldergrootste naer ons oogh op zijde vanden grooten Engelsman, waervoor, en achter schoondijck, het Iacht de bombahia komende vande brantwaght, sigh gelegt hadde, die francen die eerst begonden te schieten, waren in het eerste selve furieus, en nadat sulcx — omtrent een uijrtje hadde geduijrt, sagen wij mijdrecht, door haer hien, inden roock op ons afkomen, en niet tegenstaende daerdapper opgeschooten wierd, datter de stucken afvloogen, raeckten het dit schip met zijn boeghsprien, voor het focke want, aen boord, en ten eersten inden brant, maer alsoo het cleijn was, ende nock— vande fockerhee affgeschooten, mitsgaders niet wel tot een brander toegetakelt, — slieten wij het ligtelijk door behulp vande wint, die ons wat over stukboort inquam, van ons af, en agter uijt, soodat het geen de minste schade toegebracht heeft, daer na verswackten de francen, hoe langer hoe meer, in haer schieten, tot dat naer twee groote uijren eerst den admirael, endaer na alle de andere haer anckers kapten, en van ons affliepen, in welcke tijt eenige uijt ons meenen gesien te hebben dat de france wimpel van het eene schip, op een ander overgeset is, nadat zij een cleen mijltje Z:O: tenZ: van ons afwaren, zijn zijdaer weder ten ancker gecomen, Cod almachtigh heeft ons merckelijke voor groote schade bewaert, hebben: wij op dit schip niet meer dan een ondertimmerman omtrent en
Source citation
National Archives / Archives South Holland, archive number 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventory number 1470, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1691 EEEEE. Vijfde boek: Ceylon, tweede deel
Click on the image to enlarge it and see the transcription next to it
Artificial Intelligence (AI)
The transcription was made by computer via automatic handwriting recognition.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.
Find your ancestors and publish your family tree on Genealogy Online via https://www.genealogieonline.nl/en/
The transcription of the historical document was made using automated handwriting recognition. A summary can also be automatically created here in contemporary English.
To use this functionality you need to be logged in and have a subscription. Please note: a subscription does not give you access to more data, but it does give you more useful options!