Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
162
Malacca, en aatchin met het deursteecken.
vande Linie, hier aengecomen, nogh ongemeen
diep met zuijcker, en spiaulter beladen, onse
komste hier, was de heeren Engelsen
niet zonder reeden, bijsonder aengenaem,
soo spoedigh als wij konden, hebben wij ons
vande familien naerlant ontlast, en in
zallant; en waveren, die meest leedigh
waeren, zoo veel goederen overgescheept,
als indit schip, en schoondijck, zijn teveel
geweest, mitsgaders het canon vande
fluijten, op de groote scheepen verdeelt,
waer door dit schip gemonteert geraeckt is, —
met 42. Zalland oock 42. , en schoondijck
met 40: stucken, rijckel=jk genoegh, naer
de koppen, die wij daerop hebben, kunnen
krijgen, de Engels: hebben haer groot
schip soo verre ontlost, als 't van nooden hat,
om zijn onderlaegh te gebruijcken, en
oock meer volck daerop geseth, maer om
te zeijlen, was het nogh niet klaer,
ondertus„schen is het Jachtje bombahia,
komende van batavia, en gedestineert
naer masulipatn: hier bij ons den 17=en
aengepreijt, en gehouden om deselve
mede te bewar: voor alle ongelucken,
hebbende die overheeden door de bestieringe
Codes om zijne genade nogh meer aen
ons te bewijsen, met alle haere debvoiren
dese Cust niet hooger cunnen aendaen,
dan reght hiervoor, het Hout, kooper
ende de specerijen daer uijt gelight, dewijle
het niet weerbaer, en zeerleck is, hebben
wijdackieltje, om sijn beseijltheijt, op—
brantwaght Zuijtwaerts voor ons gelegt,
met zoodanige ordre, als voor hem, en
ons dienstigh was, met de andere scheepen
hebben wij geleegen gestreckt langs de
wal, op ruijm, en schaers 7: vademen,
water, als vande zuijt aff Zolland, —
drechterlant, schoondijck, het groote—
engelke schip, ende de twee andere engelse
scheepen, de fluijten, mitsgaders nogh
eenige kleijne Engelsz: bodempjes,
waeren binnen ons, de france scheepen,
daervan een zoude wesen vanden
koningh, en vijff toebehoorende haere
Comp:e, hebben weijnigh Coopmansz:—
en ammonitie tot poedetserij gelost,
en wederingenomen
213„ packencleeden
700„ sacken salpeeter,en
208„ Zacken peper, mitsgaders haer van
ververtingh, en water voorsien, de fluijt
montfoort hebben zij, om zijn onbeseijltheijt
(: te vergelijcken bij haere sneedige scheepen:)
van sijn besaans mast, en stengen ontbloot
dese.
Om
Malacca, en aatchin met het deursteecken.
vande Linie, hier aengecomen, nogh ongemeen
diep met zuijcker, en spiaulter beladen, onse
komste hier, was de heeren Engelsen
niet zonder reeden, bijsonder aengenaem,
soo spoedigh als wij konden, hebben wij ons
vande familien naerlant ontlast, en in
zallant; en waveren, die meest leedigh
waeren, zoo veel goederen overgescheept,
als indit schip, en schoondijck, zijn teveel
geweest, mitsgaders het canon vande
fluijten, op de groote scheepen verdeelt,
waer door dit schip gemonteert geraeckt is, —
met 42. Zalland oock 42. , en schoondijck
met 40: stucken, rijckel=jk genoegh, naer
de koppen, die wij daerop hebben, kunnen
krijgen, de Engels: hebben haer groot
schip soo verre ontlost, als 't van nooden hat,
om zijn onderlaegh te gebruijcken, en
oock meer volck daerop geseth, maer om
te zeijlen, was het nogh niet klaer,
ondertus„schen is het Jachtje bombahia,
komende van batavia, en gedestineert
naer masulipatn: hier bij ons den 17=en
aengepreijt, en gehouden om deselve
mede te bewar: voor alle ongelucken,
hebbende die overheeden door de bestieringe
Codes om zijne genade nogh meer aen
ons te bewijsen, met alle haere debvoiren
dese Cust niet hooger cunnen aendaen,
dan reght hiervoor, het Hout, kooper
ende de specerijen daer uijt gelight, dewijle
het niet weerbaer, en zeerleck is, hebben
wijdackieltje, om sijn beseijltheijt, op—
brantwaght Zuijtwaerts voor ons gelegt,
met zoodanige ordre, als voor hem, en
ons dienstigh was, met de andere scheepen
hebben wij geleegen gestreckt langs de
wal, op ruijm, en schaers 7: vademen,
water, als vande zuijt aff Zolland, —
drechterlant, schoondijck, het groote—
engelke schip, ende de twee andere engelse
scheepen, de fluijten, mitsgaders nogh
eenige kleijne Engelsz: bodempjes,
waeren binnen ons, de france scheepen,
daervan een zoude wesen vanden
koningh, en vijff toebehoorende haere
Comp:e, hebben weijnigh Coopmansz:—
en ammonitie tot poedetserij gelost,
en wederingenomen
213„ packencleeden
700„ sacken salpeeter,en
208„ Zacken peper, mitsgaders haer van
ververtingh, en water voorsien, de fluijt
montfoort hebben zij, om zijn onbeseijltheijt
(: te vergelijcken bij haere sneedige scheepen:)
van sijn besaans mast, en stengen ontbloot
dese.
Om
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1470, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1691 EEEEE. Vijfde boek: Ceylon, tweede deel
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.