Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 11015, pagina 42

den Eerste relatant aan haar, wat on te doen was, daar zij
op ten antwoord gaff, dat bij haar in huijs drie menschen
waaren geweest Van dewelke haar een bekent was, sijnde een
paruijkemaeker Godfried Boere genaamt /: off den ged„:
P
die haar huijs op de hoorens hadde genoomen, en de glaasen aen
N
stukkent geslaagen gaande den relatant met desselfs man„
„schap, gemerkt hij aldaar niaemand in huijs sag van daar weg
om te patroullieeren, ontmoetende als doen bij 't huijs Van
den burger Eversdijk Voorm. paruijkemaeker off den ged:
in deesen, in de hand hebbende een bloote harwanger, dewelke
op des relatants afvrage, waar dat hij van daan quam, ant„
de
„woorde Van de weed. Van den Bergh te koomen, en dat
hij in zo voor bij gaan van het huijs van den dikwils gen:
Theure door een uijt dat huijs koomende Mattroos met Een
stok een slag in de Nek gekreegen had, waar op hij als
doen Twee van sijne makkers gehaalt heeft, en met den„
„selve sig in 't huijs van meergesegde Theurie begeeven
had, en aldaar in 't hondert geslaagen, brengende dien re„
latant den gev= in deesen, na dat hem bevoorens den ontbloote
hersvanger afgenoomen hadde, in de burger wagt, alwaar hij
door den tweede relatant afgevraagt sijnde, hoe hij aan die
bloote hersvanger was gekoomen, gemerkt hem wel bewust was
E
dat den ged=e geen geweer mogt draagen. Waar op
den gev=e hem antwoorde, dat die aan een Van sijn Makkers
toebehoorde. Vraagende hem wijders aff off hij geen Ander
scherp bij sig had als die hersvanger daar den gev=e Neen
Op