Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1072, pagina 811

348
22
heer Generael genoechsaem ende ten vollen ge„
bleecken is, hoe Dirck Gerrittsz cuul schipper
opt wapen van Amsterdam, sich opden 6en Septemb
laestleden opde reede voor Japara misgaen heeft
mits dien dat do crul die inde boot, vant voors schip
was, met de Commandeur Artus Gysels die
inde boot vant Schip Amsterdam als mede met
Abraham Janss du bois, Schipper opt schip Walcheren
die inde boot vant selve schip was, naer sij wt deo du
bois, als mede die int schuijtgen vant Schip Amst
waeren, verstaen hadden hoe de boot van walcheren
van seeckere Joncke affgeslagen, was ende eenige ge¬
quetsten becomen hadden, met hun allen geresolveert
ende malcanderen belooft hebben, de Joncke, Te
weten daer de boot vant Schip Walcheren aff„
geslagen was met alle de boots gelycker handt
aente tasten ende te avorderen, volgens welcke
de voorn commandeur voor wt roeijde en de
Joncquen abordeerde, maer alsoo de twee andere
boots, namentl. die vant wapen van Amstl.
ende Walcheren niet mede aenquamen volgens
haer toesegginge ende belofte, wiert de couragie
vande vyjanden inde Joncken synde vermeerdert
ende ter contrarie van donse vmindert, sulcx dat
do. boot van Amsterdam groot tegenstant ge„
waer wordende, en nu al inde 20 gequetste
becomen hebbende genootsaeckt is geweest te
retireeren, Welcke faute van Schipper crul in tnaer
laten van sijne toegeseijde hulpe begaen sijnde van
seer quader consequentie, in een schipper en ander
officieren niet lydelyck, alsoo daer door onse natie
groote schande wort toegeschreven en onse vijanden
de onser fauten haer vromicheyt en cloeckheyt