archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1062, pagina 16
Gebruik tekstcoördinaten
Transcriptie
paliaratta. quamen ter rade voor ^ dl ie is gearamcert zondach. Den 24e. dit Inden dagen raet den windt eltsn. 50. met esn frisse coelte op den dach stinn verbindt sette de marseijls thalve stengh gingh h. w. ts. 3. ende ze weste ven des middagg heocht bij 14 guaden 20 minnen gescharmegen debers ba ons heeden tegens den L bort stollenens, Met een duydelycke luhthelbent geset op 11 vaeder Den 25 dito met den dach den Wint N. N. W. ende Noortsweest tancker gelicht ende onder sen bgegen gingen 5. ende zuijden ten westen aen des middachts werdent stil ende de naemiddachs geset op 18. vadem gisteren ende van Haech alsoo claer weder segen beel hooch ende heuwelich Cant dat streckt tot bij tpaliacatta. Den. 26. dito den voorleden nach t harde windt elte huijden met hollelite tschip stompte hart in zee inde morgenstandt een: N2. ende N. w. wint lichte ons ancker ende weder tseijl gesaen hebben Couer gestelt. 3. ende s. ten westen, Des middachts den elmt te schepn O. ende 3. Oosten met een frisse coelte Cours 33l0. ende Z. W. te Suijden dfavoer quamen op de reede van paliacatta ende elaert genotsiekt te setten helbert oncke laten ballx op 8baem schoorn drie schooten, vat fort elenden met een schoot geant den scheepsraet vergadert hebbend goet gevonden om naer lant te voren oms een parti harebarij tot versterckinge end veranderinge van virtualij als mede een parti rijv. te coopen, ende een tocht waterte halp, al soo de scheeps broot een partij bederffelyck el is geworden ende de veijs lasget (als verhoopen tegen soude mogen hulsden den OpperCoopman willem den doost MMaerte Isbrantsz Oude Coopesen qJamen met een Jampon aen boort, selve mede ick ende den schipper ine lant sin gevanen, hadden soo wel verhofpet gehadt t schip daer gevonden t hebben dat 3. dagen overleden was vertrocken nae masul Epetn. om ons bequamelick bi stue luijden versien te hebben, t fort in over goeden stant dan slathte negotie door rekoltoy den terrae Den 27e. dito een Copt waters in broet gesonden des naamiddaeh te behieb ende den schipper om ges tijt ofte gebint te versesijnen wede naet boort gelegen, met een partij rijs karebarij dasse niet te verkomen die doort schip der goer als opgecospebie elt Iet geldric3 schooten geschooten pr. Oen voijaijne gnaen tseijt van paliacatta en, 28. dito naersonnen op gane en 3. w. wint hebben ons anset gelicht ende tseijl geiven liepen 4 en eewaet oms vande willte gevieth schoten drie schooten elt fort geldria met een schut geante soort Om den dach behost de wat te scheepen naert suijden, met een labbe coeltge hewent geset sondet a op 9 vadem. sachternoers den wint z. S. oost en redelick Coerte. Den 29e. dito den wint elt S. ende 3. ten westen op van dage. den Onderstuerman Havir claessen van haerlem op perstuerman gemaeckt als ge. resolutie, wel wel plaetse van Onder staermas te betebedoond ende beleedt, dan alsoo de persoonen die voorden riet werden ontboden, hun tselve niet toe afvertuxrden, om voor onderstuerman te voldaen Is tselve wt gestelt tot nader gelegentheijt destijts Den 30. dito. den wedtebtersz. westen. hebben oms ancker gelichte gaed wejder onder seijl loopen t seewaert om buite rijff om te comen sagen des morgens vrnelt en seijl. werdent overstelden ons Cours. nae hem toe, alsoo tlant begonnen te naetsen ende de salptee derde onsetten op 7½ vaer den schipper is met schuntge gemont naet hem toe gesvaen heeft getset op de vede voor paliacetta. des isae middachts is den schapper wederom aen boort getomen seggende het een ledich schip was alleenlyck verlat kasnenl in hebbende corende vande Cust van malabeet den Anrchoda met een dicbbes vande vervlochter van Sr. Thomas sin goeden soo gelt als amfinmt tyde hij voor poletere heeft geregen, door den neijts van poldarie geconfisteert hadde aldaer ontrent 30 personnen gelegen suckene alle wegen faveur om t selve wede ontslagen te crijgen wist te eegen. 3n Hollant schn schepen op de cust van malabar lagen. een struips rooffden all watse truige conde di houde seekerde het engelsche sullen geweest hebben mede dat sij bij den samorijn van Calicat wars geweest den malabar wilde in paliacatte overwinten alsdan syn wije naer de Cest van sarixa dosn de cleijniti tonij vant fort geldrio wae mede adolff tsamen ende willen den docht voorts wel gemeet waren hem pons aen boort om te bespich wat voor een poger het was alsoo het voor een vrij man gekent werden; sin sy wedrom nae lant geraren „ ende souden ons aen boort 8 ananasses ende een petinge Carelarij Den 31. dito den vooorsden nocht den wint wot 3. smorgens nae de bruch cost zwest. end eest Nae noorden soo dat sij desen morgen seer variwbel geweest is tegens den middach stae stull de hucht vande huijden selvert geset op 7n vaer Junij. primo. Int dach quirteer denelve wts landen vanden N. Westen selvent tanker gelicht sijn bet heerelaert geloopen. I. oost, wel bestelickn, met den dach stillekens Smorsere den evint elt. d. 0. stver. wel soo huydenick wordent ende lagen aen, 3. pen westen zen. west, ende debest ten suijden sachte middaehte naersten de wall ende geset op 9vademen den kepch van nostere siguire de monte gelegen ende suijtsijde van sintone lach. I west van ons Een 2e: dito voor de vronch oost des elt elte landen elten zy wel tse hebben tanffet gelighnt Jtse t sesten hee tie besten de met goede voort gants. pars lerden omtrent den middach sitone, tegens den avent den waet scher p. este. 33. Oo sten begosten tlant te uaten hebbente inden avont geset Cop. 15. badem en. 3. dito den wint elt. huijden. en i p dito den voorleden nacht int eerste quartier de landelijcke wint elt den westn. t' anker gelicht sin war t saelvert geloopen. Cours. 3. ten westen ende 33. Achte Inden morgen taer stillelee ven wint w. 3. west, wel soo snijdelijcken. Op den dach. een redelijcke selt ebte 3. westen, met een geweldige hardestroom elten huijden, die ons metter haest elt gesicht vant lant heefft gelracht den winte saservel Gingen O. ten huijden ende Oost J. Oost ende naeden middaeh hebben gewent stelden one sen Coume wi ten suijden, ende eb.n. lb met een harde kelt soo veel dee marseils tsalve stengh lijden mocht,
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1062, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1617. G. Tweede boek
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/
De transcriptie van het historische document is gemaakt met behulp van geautomatiseerde handschriftherkenning. Er kan hier ook geautomatiseerd een samenvatting van worden gemaakt in hedendaags Nederlands.
Om gebruik te maken van deze functionaliteit dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben. Let op: een abonnement geeft u geen toegang tot meer gegevens, maar wel meer handige mogelijkheden!