archive access 1.04.02, inventory number 1056, page 219
Summary (also from the next page)
Here's the summary in HTML:
On July 20, 1612, a letter reported that Jacques de Cock sailed with the ship Der Veer. He was found unfit to command soldiers by the General and his Council, who decided to send him back to the homeland. The letter advises that when sending captains, they should choose good soldiers who can handle military matters wisely.
The letter discusses debts owed by Captain Gerrit Gerritsz and Wouters. Captain Wouters left for Makian with the General, planning to return to the homeland without providing receipts for delivered goods.
On March 4, 1613, the General went to Batjan and stayed there for about 5 months to repair the severely damaged fort. During this time, an Englishman arrived from Boutton with letters from the King offering help and support. The Englishman informed them that Timor and Solor could be captured with just 60 to 70 men.
Captain Apollonius Schotte was appointed commander for this mission. The General returned from Batjan six weeks earlier to strengthen Maleye, where two forts were in poor condition. They decided to rebuild these with stone and lime. They also planned to build a stone house to protect goods from fire, as everything was currently stored in a straw house that could easily burn down.
Use text coordinates
Transcription
Jaques de Cock wt gevaren mettet schip der Veer, die hem in veel punten ontgaen heeft, als UE. per Informatie sien cont, ombequaem om soldaten te commandeeren, is by den heere Generael ende synen Raet goet gevonden nae het vaderlant te senden, eenyge Capiteynen sendende sult gelieuen te letten dattet goede Soldaten & oock politycke luyden zyn, die den Crishandelinck met discretie connen wevoeren. Hier neuens gaende de memorie vande wtstaende schulden soo van Capiteyn Gerrit gerritsz als van Wouters, sal alle nerstichen doen, de Selffde te synen soo veel mogelijk is, maer vreese nae myn onder recht wort al quade schulden te syn vermits meest aenden Adel geborcht is, doch sal aen geen devoir van inmanen — Gebrecken. Capiteyn Wouters is metten heer, Generael naer Mackian vertroc om van daer naet Vaderlant te gaen, sonder eens recipisse van sulcx myn gelevert heeft, aff te voorderen &nde alsoo hij syn boucken meden genomen heeft: vmits noch niet gebalanceert waren, hebbe niet connen sien ofte de Restanten met syn bouckhliquijd comen, waer ouer ick oov sende een memorye van alle syn ouer geleuerde restanten, die, myn heeren sullen gelieuen met de Boucken te Confronteren, off de selffde alsoo accordeeren alsoo ick p foulte van syn Boucken tselffde hier niet hebbe conne doen, de welcke noch voor syn vertreck van machian ben— Verwachtende/. De Colle vande Soldaten leggende op mackjan batsian mortier & Gamma canora, can met desen niet senden, vermits den heer gene met t'verlossen van mackjan noch besich is, soo dat tot nochte van daer geen Golle hebbe becomen, doch schryuen aen Sr Cerstia, den Dorst die op mackjan Leyt dat hijse UE sende twelcke hoop alsoo Sal geschien, oock dencke de selffue door den heer Gene gehouden Sal worden. Opstaende voet hebbe brieuen van heer Generael van mackje ontfangen met aduys dat sij aldaer goet gevonden hebben, de — schepen Vlissinge & Swarte & witte Leeu naert vaderlant aff te vaerdigen, met ordre om alle de nagelen van mackjan in te nemen, vande quantiteyt van dien can UE niet aniseeren vermits tot noch toe geen seeckerheyt becomen hebben, dan acht UE wt de brieuen van Sr vanden dorst sulcx wel verstaen sul daer aen mij gedrage. Notie vande resterende Capitalen ins des moluqus hadde wel gemel U Ex desen te senden, dan alsoo alle de boucken niet gebalanceert en s is het selfde nae gebleuen, tot het vertreck vande eerste sche als wanneer ve pertekentelijk alles sult hebben te verwachten hier mede E.d. manhastige wyse discreeten ende seer voorsinnige heeren U E. ende ons allen inde protextie des alderhoochste bevoolen hebben wil den seluen bidden UE. te willen tot welstant vant vadellant vorderinge u E loffelijk negotie veleene wysheyt ende discretie al oock ons allen wat sallich is Geschreuen uyt Maleya Int fort Orangie op ter nate den 20en Julij 1612.
1
Source citation
National Archives / Archives South Holland, archive number 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventory number 1056, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1614. A
Click on the image to enlarge it and see the transcription next to it
Artificial Intelligence (AI)
The transcription was made by computer via automatic handwriting recognition.
The summary is created by the computer based on a language model.
Both artificial intelligence tasks are not perfect, but often more than sufficient so that the historical document becomes understandable.
Find your ancestors and publish your family tree on Genealogy Online via https://www.genealogieonline.nl/en/