Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.04.02, inventory number 10062, page 30

22
Den 5:' februarij 1760.
twee ledige bepaalinge, dat daar door nog Canneel nog
peper eenige prejuditie lijde,
dat dewijl het een permanente ordre is dat de peper
zo min als andere producten, aan niemand anders
dan aan d' EComp: in de naaste pakhuijsen wel ge„
zuijverd en gedroagt voor de ordinaire prijs ge„
levert en niet op andere ongepermitteerde wijse
mag vervoerd worden, het dan ook onnodig is
bij de conditie die andere bepalinge te maken,
op dat den inlander door de veelheijd en scherpheid
der condities niet afgeschrikt en in een verbeer
de bedugtinge gebragt werde, te meer, om dat

gedagte plantagies, eerst aan den man gehalpen
zijnde, de land regenten altoos naderhand uijt„
kragt der algemeene wet, de houders dier plan„
tagies
sulks wel eens konnen herinneren. —
dat eijndelijk de tijd van ses weeken, tot de valle
en precise betalinge al te kort schijnd te
ex.
zijn, dewijl d' ondervindinge nopens den verkoop
gronden in het generaal op dit Eijland, ge
van
noeg leerd; hoe veel tijd en doorloopt, om de
koop-penningen, zelfs bij termijnen in tepal„
men, waar van de armoede de beweeg- oor„
zaak is, waarom wij sustineeren, dat den ko„
pen zal mogen volstaan, zijne penningen in
drie termijnen binnen een Jaar en ses weeken
te voldoen, het geen almede niet wijnig zal
strecken, om de kopers aantemoedigen; die zigh
anders verleegen zouden vinden, om binnen de ses
weeken contante betalinge te fourneren.
Dog ingevolge de verkopinge op voorsch: condities niet
favorabel wilde vlotten, en men als dan de plantagie
aan