Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 9124, page 7

Vier en veertig ponden, twaalf Schellingen, vijf gran
en den Ontfangst twee duysent, Een hondert
en sestien ponden, achtien schellingen, seven
en drie quart grooten. als blijkt uyt de hier nevens
overgelegde Rekening sub Nie. 8.
Daarna is de Magistraat bij ons gecontinueert,
volgens de Acte hier achtergevoegt: sub No. 9.
wij hebbe bij ons aanweeren tot Sluys in Vlaendren
uyt kragte van U Hoog: Mog: Resolutie van den
2 Junij hier bijgevoegd sub Ne. 10. bij ons doen
koomen en gehoort de Gecommitteerdens der
Steede de Graafschappe van Middelburg in Vlaendren,
en die van de Parochie van de Vrouwe beruijden
Aardenburg over hun Different met Relatie
tot de poinctinge, en settingen Comroo doenlijk was)
dezelve te verdraagen, en buijte proces te houden.
Maar gelijk ons voorgehoomen is, daar toe van
wederzijde wel eenige genegentheijd getoondt wierd
heeft men egter dat oogmerk niet kunnen
berijken, om dat die van de Parochie van Vrouwe
Beruijden geen de Minste kennisse tot heeden
van dat oogmerk, nog van het Request diesaangaande
aan haar Hoog: Mog:: gepraesenteert, door die van
den Graafschappe Middelburg hadde behoomen,
en vervolgens buijten last waaren, om haar
in deere raak in te laaten, te meer om dat die
van Vrouwe bezuijden, reets hadden doen verzoeke
een Mandement Paenaal bij den Hoove van Vlaendren,
tegens die van den Graafschappe.
Onaangerien dit alles hebbe parthijen in deere
door onre tussenkomste elkandren toegeregd,
en belooft, bij provisie met de begonne procedures
te supercederen en stille te staan, en door ider
Sluijs
Den 8 dito zyn wij na het Stadhuijs gegaan,
alwaar wij onder aan de trap door de Magistraat
An corps gerecipieert, en wederom geconduiseert
zijn, in de Raadkaamer geleijd en geplaast
aan het boven Eijnde van de Tafel alwaar
wij hebbe gehoort, opgenoomen en geslooten
de Rekening van de Stad: Suys, Waterrecht,
en nieuw Muyden sedert den 11 Junij 1740.
tot dato deses; en bevonden een schadelijk
slot van vijffhondert vier en sestig ponden
twaalf Schellingen, bedragende den Ontfangst
Een duysent vier hondert vierentagtig ponden,
dertien Schellingen, seeven en een Galve groote
ende Uytgaaff daaren tegens twee duijsend
Negen en veertig ponden, vijff Schellingen
seven en drie quart grooten, als blijkt uijt
de Rekening d Borderel hier Achter subsrs. B.
Tvrije van Sluijs Den 9 Junij hebbe wij ons begeven na het Landhuijs
alwaar wij door Burgermeester de Schepenen
aan het het zijn opgewacht, en gebragt in de
Raadkaamer, zynde geplaast aan het boven eijnde
van de tafel, hebbe wij gehoort, opgenoomen,
en geslooten de Rekening van het Vrije,
en bevonden een quaad slot van twee hondert
Negen en seventig ponden, seventien Schellingen,
in den haare te formeeren een species facti,
om die te doen overbrengen ter tafel van
haar Hoog: Mog:, ten eijnde d'Heeren haar Hoog: Mog:
Gedeputeerdens, die in den volgende Jaare tot
de Magistraats bestellinge na Vlaendren
zullen werden gecommitteerd, tot afdoeninge
dezer raake zoude kunnen werden geauchoriseert,