Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 9124, pagina 6

Heeren van Distinctie, en alle praesente Leeden van
het Hoff van Vlaendren verwellekomt.
wij zyn den 4 smorgens tot Sluys in Vlaendren
gekoomen onder het Lossen van het Canon, en
zijn aanstons door den Gouverneur verwellekomt,
en aan ons de sleutels der Stad aangebooden, en
ook overgegeven, dog wij hebbe dezelve wederom
in zijne bewaaringe gestelt: wij zijn meede Ver„
welkomt door alle d'officiers van het Garnizoen,
de Magistraat van de Stad an Corps; mitsgaders
door de Burgermeestren de Schepenen vanden Vrije,
en van de Predikanten van de Nederduytsche
en Walsche Gemeente; gelijk ook door de Gecom„
mitteerde van de Magistraaten van Oostburg,
Str: Anna ter Muijden, en Aardenburg.
Den volgende morge hebbe wij in slands Jacht
gehoort, opgenoomen en geslooten de Rekening
van de Stad Oostburg sedert den 10 Junij 1740.
tot dato deses, en bevonden een schaadelijk slot
ter somma van vijf en vyftig ponden, vier schellinge,
tien en een salve grooten zijnde den geheele
Ontfangst geweest een hondert en Negen ponden
sestien Schellingen, seven grooten, en daar tegens
de Uytgaave hondert vyf en sestig ponden,
Eene Schelling, vijff en een halve grooten,
zoo als consteert bij de overgebragte Rekening
sub Ne 3.
voorts hebbe wij de Magistraat aldaar geconti„
nueert gelijk te zien is bij de Acte sub Ne. 4.
wij hebbe ook tot voldoeninge van U Hoog: Mog:
Resolutie van den 5 Maij Jongstleede, hier achter
sub No. 5. benevens de Magistraat van Oostburg
voor ons laten koomen Jacob Blieck, en
Johannis de Mare, klagende geen genoegzaame
Oostburg
St: Anna ter Muijden
Visie van de Stukken door de Magistraat
overgelegt te hebben gehad; ook nog eenige
Documenten tot Adstructie van haare sustenue
te missen, is aan Parthijen vergunt de tijd van
een Jaar, om tegens den tijd dat de Gedeputeerde
van U Hoog: Mog: tot de Verandering van
der Magistraaten alhier zoude koomen, haare
bewijren in te brengen, en sig als dan, aan derzelver
Uytspraak finaal submitterende.
Den 7 Junij is bij ons op het Jacht gehoort, opgenome,
ende gesloote de Rekening van St: Anna ter Muijden
zedert den 8 Junij 1740. tot dato deres, zynde aldaar
bevonden een schadelijk slot van Een hondert
en twee ponden, Achtien Schellingen, acht en een halve
grooten, zynde den Ontfangst groot geweest,
Een hondert ses entwintig ponden, Een schelling,
Tien en een halve grooten: ende Uijtgaave
swee hondert Negen en twintig ponden, en
ses grooten, blijkende uyt de overgelegde
Rekening de Borderel sub Ne 6.
wij hebbe daarna de Magistraat aldaar verandert
als consteert uyt d'Acte Sub: No 7.
Dien selven dag hebbe wij ons doen transporteeren
na Aardenburg, en zijn buyte de poort door de
Magistraat Verwellekomt, en gebragt op het
Stadhuijs, en na dat den Aanwerende Predikant
Ons uyt naam van de Kerkenraad hadde
gecomplimenteert, hebbe wij geslooten de Rekening
zedert den 10 Junij 1740. tot dato dezes, en bevonden
een profijtelijk slot van Twee en seventig ponden,
ses Schellingen, twee en drie quart grooten,
zijnde den Wytsfaafft geweest Twee duijsent
Aardenburg