Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8367, pagina 9

hoewel ick alle de Cavallerie, om haer buyten
suspicie te houden, had doon wech ryden niet sonder
pericul van strydende partyen.
Den 4e. Februarij voorby Tembeecq, toecomen den
Heer van Westerholt, gearriveert tot Dorsten
alwaer bevont de reviere de Lix seer gedebor:
deert te hebben, syn den Heere Ryngraue ende ick
daer beschoucken geweest met Stadts kannen, aldaer
hebben by verstaen, dat de Cavallerie van Sutphen
ende Doesborch dien nacht tot Lembeecq voors.
gelegen had, en aldaer seer curieusel geinquireert
ende gedebatteert, wat wech wby nemen souden, om
ouer de Insich en toer te passeren, alsoo wby ver:
nomen hadden, dat de bruggen en naementl die
van ketwyck abaren wech gespoelt, ende
oock wechgenomen, ter saecken vande seur
tochten van divorse partyen van Gronsfeltse
Regimenten, die wby aen allen, oorten vernaemen,
dat eenige de meeste weynich dagen voor ons ge„
marcheert, en noch ontront 150. van met de bagagie
huyden dien wech ouergetrocken waren, gel by van
Diepenhem aff van diverse partyen van Gelder ver„
namen, dat die ende andere van Rhynborch hier en
daer gelogeert hadden daer wby passeerden.
Den 5. febr. ben ick gecomen tot Duysborch, welcken
wech wby om seeckerst en naest te connen passeren
gecoosen hebben, & is diendach by ons gecomen de
voors Cavallorie van Sutphen ende Doesburch verre
ouer de hondert peerden sterck, en hebben de
Roel moeten passeren met de pont, nomen alleenl
met ons xxij peerden, en de reste van Cavallerye
latende aen geene zyde de voors Roer, om daer te
logeren, aldaer syn wby begift met Stadts kannen.
Den 6e. febr. mits het water dien nacht noch seer
gevallen, ende het ouerponten seer langh wylich
werck was, heeft de voors Cavallerie gevonden
een plaetse daer sy door de voors roer is doorge„
trocken, en is noch des magens den 8. uren, doen
ick gereet stont om ter predicatie te gaen, voor
Duysborch gecomen, ende ben noch onder de predicke
uytgereden, met schieten van de burgerwacht, en
de Stucken van de Stadt vereert, ende ontrent
den 3. urew door Duysborger walt, voorby Anger:
mont en keysersibeert, alwbaer de voors Trou=
pen van Groensfelt bouen de 8. dagen om
der hooger wbatoron wille gelegen, en de dorpen
en platte Landt seei jammerl. getracteert hadden,
gecomen tot aen Dusseldorp, alwaer ick aende
poorte gevonden hebbe twee Carotsen met Ses
peerden, by dewelcke was den Baron van Gre:
nener, Gouverneur jegenboordich van Prince
van Nieuburch, geaccompagneert met ettelycke
delluyden, die mi aldaer heeft bewille compt en
ontfangen van wegen den Hartoch van Nieuborch
die syne Lyffgarde aende poorte tot over de
brugge oock in ordre hadde gedaen stellen,
rydende voor mij eenige Cavallerye, ben alsoo