Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8222, pagina 10

legers syn zedert uit Bohemen te rag getrokken, en het
Schynt dat gedurende deese winter geen operatien van
groot belang te wagten syn.
Wat heer de Saken verder neemen sullen en hoe de Vreede
sal herboren worden is aan de Godlyke voorsienigheid
bekent. Maar so men naar de menschelijke appa„
rentien sal oordeelen, is het meer als waarschynlijk dat
het grootst gedeelte van Curopa in deesen oorlog sal
worden ingewikkelt. De Hoven van Rusland
en Vrankrijk hebben haare Secourssen aan de heiserin
Koningin toegesegt. Verscheide Vorsten van het
Duijtsche Ryk staan de eene of andere party te
Kiesen. De Troupes van de Keiserin syn mee„
„rendeels uit de Oostenrijksche Nederlanden naar
Duijtsland gemarscheert, en ligtelijk kande Oorlog, tus„
„sen Vrankrijk en Groot Britannien influeeren in die
van den Koning van Pruijssen tegen de Keiserin. Dus
sal het vuur sig meer en meer verspreiden en oasser als
men gedagt soude hebben eene algemeene Vlamme doen
opgaan.
Gad sij gedankt, dat de Republycq, tot nog toe met de oor„
logende Mogentheden in Vreede leeft, en hy vervalle
den wensch van haare Koninglyke Hoogheid en den
Raad, die sekerlyk ook de wenschis van U Hoog Mo,
gende en van de respective Bontgenolen, dat deese vreede
mag blijven ongestoort, en dat sy aan de lang gekwijnt
hebbende Manufacturen, Commercie en Navigatie
een nieuw loven mog geeven. Maar de Godlyke
voorsienigheid is gewoon le werken door middelen.
Men kan sig niet flatteeren, dat de Republycq, door
wondenen sal behouden worden. Is sy gedekt door
Alliantien, of is sy respectabel door het getal van
haare Troupes, door de Welgesteldheid van haare Kron„
tieren en door de Sterkte van haar Vloote. Dit is
het dat te ondersoeken Staat.
Het Stuk der Alliantien is van die delicatesse, dat
haare Koninglyke Hoogheid en de Raael van State
Schooomen souden sig by een discours als dit is daer op
uit te laten, indien niet al dat desaangaande behoeft ge„
segt te worden was van eene algemeene kundigheid.
sij observeeren in de eerste plaats, dat het evenwigt, het
welk tusschen de Mogentheden van Curopa door Allian„
tien en samengevoegde kragten voormaals wierd gemain„
tineert, en in het welk de Republycq, haare veiligheid gestelt
heeft, gegront was op de jalousie, die tussen de Huijsen van
Oostenryk en van Bourbon constantelyk subsisteerden,
en dat die magtige Huijsen sig met el hander thans hebben
geallieert.
sy observeeren in de tweede plaats, dat het Huijs van
Oostenrijk en de Kroo van Groot Britannien, die zedert
een langen reeks van Jaxen syn aangesien geworden voor
de natuurlijke Geallieerden van den Staat, thans ider af„
sonderlyk geengageert syn in een Oorlog, die haer de handen
vol werks geeft.